Artikelen
3 artikelen uit het clubblad van Maart 2000
Terug naar overzicht | |
Van hop en bier |
tww maart 2000 |
Van hop en bier Uitwerking van de lezing door Herman Vermeire, gehouden op de clubavond van 31 maart 2000. De heer Vermeire is gepensioneerd medewerker van het Nibem. Nibem staat voor Nederlands Instituut voor Brouwgerst, Mout en Bier, een organisatie gefinancierd door de mout- en brouw industrie en onderdeel van TNO. De taak van de organisatie is: gezamenlijke problemen uit de industrie oplossen, bijvoorbeeld:
Gerstrassen vormen het belangrijkste onderdeel. Het Nibem beschikt over een tweetal proefmouterijen:
Verschillen: Huisbrouwer:
Proefbrouwerij:
Hop. In de vakliteratuur bij het hoofdstuk hop kom je nogal wat chemische verbindingen tegen. Die zijn meestal niet zo gemakkelijk Deze zullen in dit verhaal zo min mogelijk gebruikt worden. De botanische naam van hop is Humulus Lupulus uit de orde van de Urticaceeën en familie van de Moraceeën (moerbei-achtigen). Verhalen dat hop familie zou zijn van hennep, worden bij deze naar het rijk der fabelen verwezen. Geestverrijking van het bier komt meestal meer van de alcohol dan van de hop. Hop is een tweehuizige klimplant die meest voorkomt in streken met een gematigd klimaat. Tweehuizig betekent dat er zowel mannelijke als vrouwelijke planten zijn, in tegenstelling tot de meeste granen, die eenhuizig zijn. Daar zit het mannelijke stuifmeel en het vrouwelijke vruchtbeginsel verzameld in een plant en dit zijn dan zelfbestuivers. Hop is een kruisbestuiver. Er zijn dus twee planten die voor de voortplanting zorgen. De brouwer is alleen geïnteresseerd in de bloemen van de vrouwelijke planten. Deze bloemen zijn gegroepeerd rondom de spil. Aan de buitenkant zie je verschillende bloemen. Zo'n verzameling bloemen heet een hopbel. Aan de basis van de bloem ontwikkelen zich kleine korrels. In die korrels bevinden zich de hopharsen en de hopoliën. Het gele poeder in de hopbel noemen we lupuline. De plant heeft een wortelstok. Botanisch gezien is dat een verlengde stengel die in de grond zit. Bij de oogst wordt de plant geheel afgesneden en het volgend seizoen komt hij weer op. De plant ontwikkelt stengels van 6 à 7 meter hoog en de plant wordt geteeld in zgn. hoptuinen. Dit is een veld uitgerust met grote houten palen welke worden verbonden met staaldraad. Rijen van wortelstokken worden geplant. Boven aan de staaldraad komt een dunne ijzerdraad die in de grond vlakbij de wortelstok wordt bevestigd. De hop klimt langs de ijzerdraad naar boven. De dikte van de ijzerdraad is zodanig gekozen dat deze precies 1 seizoen meegaat. Tegen oogsttijd is de draad bijna doorgeroest. Ze trekken de hele rank van het staaldraad naar beneden en deze wordt met ijzerdraad en al afgevoerd naar de plukmachine. Mannelijke planten mogen in het Europese continent niet in de hoptuin. Toch kan het voorkomen dat sommige bloemen worden bevrucht door wilde hop die in de nabijheid van de hoptuin groeit. Dan vormen zich onderin de hopbel kleine zaadjes, die je duidelijk kunt voelen. Bevruchte hop wordt niet gewaardeerd omdat bevruchte hop een minder fijn aroma zou geven. Een ander punt is dat de hopbel zich dan makkelijker zou openen en daardoor de lupuline verliest. Een derde argument: bevruchte hop weegt zwaarder omdat er zaadjes in zitten, en dat scheelt weer in prijs. In Engeland en de USA planten ze juist wel mannelijke planten in de hoptuin: bevruchte hop heeft grotere bellen en de plant is beter resistent tegen ziekten. Het is wel zo dat in sommige landen, met name in België, er een wet was wanneer je een tuin of ander stuk grond, bijvoorbeeld een stuk bos, had in de buurt van een hoptuin, was je verplicht eventuele wilde hop te rooien in de tijd van de bloei, zodanig dat de hop uit de tuinen niet bevrucht zou worden. Hop is erg gevoelig voor ziektes, met name voor bepaalde schimmelziektes zoals bijvoorbeeld meeldauw en perenospera. Ook heeft hop snel last van bladluis en de Red Spider. Zij kunnen de opbrengst aanzienlijk verminderen. Normale opbrengst in Duitsland, als bijzonder groot hopgebied, is ongeveer 1600 kg/ha. De slechte resistentie tegen ziekten betekent dat je, afhankelijk van weersomstandigheden, zeer frequent de hop moet behandelen met gewasbeschermingsmiddelen. In de 19e eeuw en het begin van de vorige eeuw gebruikte men daarvoor bordeauxe pap. Dit werd ook gebruikt in de wijnbouw. Het is een mix van kopersulfaat, diverse metalen en arsenicum. Tot de jaren 70 van de 20e eeuw stond zelfs in de Nederlandse warenwet dat er sporen van arsenicum in het bier mochten zitten. Dat zat er al lang niet meer in, maar de warenwet is pas erg laat aangepast. Met gewasbeschermingsmiddelen gaat met tegenwoordig zorgvuldiger om dan voorheen. Vroeger werd er ook veel preventief gespoten, zelf wanneer er nog geen luis te bekennen was. Tegenwoordig wordt een bepaald percentage aan ziekten toegelaten en pas wanneer dat overschreden wordt gaat men pas behandelen. Overigens zijn de gewasbeschermingsmiddelen die in Europa zijn toegelaten anders dan degene die in de Verenigde Staten gebruikt mogen worden. Dit heeft tot gevolg dat hop die in bijvoorbeeld Duitsland wordt gekweekt met de bedoeling deze te exporteren, wordt behandeld met gewasbeschermingsmiddelen die in Europa niet zijn toegestaan, omdat de hier gebruikelijke middelen de export naar Amerika in de weg staan. Eind augustus, begin september wordt er geoogst. Bij sommige bedrijven wordt het oogsttijdstip bepaald in een laboratorium. De belangrijkste functie van hop is het geven van bitterheid aan het bier. De bitterheid heeft een maximum. Als de hop te lang blijft staan, gaat de bitterheid weer achteruit. Wekelijks neemt men dus een monster uit de hoptuin en wanneer het maximum bereikt is, gaat men oogsten. Versgeplukte hop heeft een vochtgehalte van 75%. Dat is heel hoog. Het is dus van groot belang dat de hop zo snel mogelijk wordt gedroogd. Het vochtgehalte is dan nog zo'n 12%. Dat wordt gedaan bij lage temperaturen, niet hoger dan 50 °C. Wanneer de temperatuur te hoog is, of wanneer de hop te lang blijft liggen kun je last krijgen van schimmel en allerlei oxidatie- en polymerisatie reacties, waardeoor de kwaliteit achteruit holt. Het vochtgehalte is ook voor thuisbrouwers van belang, Veel mensen plukken wilde hop uit de tuin of langs een (bos)pad en stoppen dat al dan niet in de diepvries en gaan dat dan verwerken. U moet zich realiseren dat u dan ¾ ; water toevoegt, dus u moet fors meer gebruiken dan bij gedroogde hop. Daarbij komt dat de bitterwaarde van wilde hop aanzienlijk lager is dan die van gecultiveerde hop. Na het drogen wordt de hop gezwaveld en vervolgens in balen geperst. Steeds meer worden echter ook andere producten gemaakt, waarover later meer. De balen wegen 50 kg. Deze balen worden een Zentner genoemd. Deze kreet vindt je ook in handelscontracten terug. De hop wordt nu bij 0 °C en droog bewaard. Ondanks deze optimale omstandigheden, gaat de kwaliteit toch achteruit. Overjarige hop is nog wel te gebruiken, maar iedere brouwer zal er naar streven dat de hop aan het einde van het seizoen bijna op is en zal zo snel mogelijk willen beginnen aan de nieuwe oogst. Hopbitterstoffen. Alfazuren of humolonen Betazuren of lupulonen. Andere hopbestanddelen. Hopoliën zijn vluchtige stoffen, slecht oplosbaar en deze verdwijnen meestal na 10 minuten koken. Als je boven de brouwketel ruikt onmiddellijk na het toevoegen van de hop, ruik je een sterke hoplucht. Na zo'n 10 minuten is deze lucht een stuk minder. Wanneer je toch hoparoma in je bier wilt, zijn er in principe twee technieken om dat te realiseren:
De hoeveelheid polyfenolen (ook wel looistoffen of tannines genoemd) in de hop staat niet in verhouding tot de hoeveelheid die uit de mout afkomstig zijn. Zij bevorderen de eiwit-uitvlokking tijdens het koken en hebben een lichte bijdrage tot instabiliteit van bier. Tot slot de vrije vetzuren. Deze komen in kleine hoeveelheiden voor. Zij zouden van invloed zijn op het vasthouden van koolzuur in de vloeistof, maar daarvan is nog niet zoveel bekend. Hopproductie De totale wereldproductie is zo'n 1.9 miljoen Zentner of 95 miljoen kg. Onderstaande lijst is niet erg gedetailleerd, gezien het feit dat de post 'overigen' nog zo'n 10% van het totaal beslaat. Tabel 1: Hopproductie in de wereld (prognose 1999) We zien dat Duitsland en de Verenigde Staten de grootste producenten zijn met elk zo'n kleine 30%. China volgt, maar de Chinese hop wordt bijna uitsluitend in hun eigen bieren gebruikt. Volgens insiders is de Chinese hop laag in bitterheid. Bij het Nibem is ooit een chinees bier geanalyseerd en daaruit bleek dat het een vrij hoog nitraatgehalte had. Een mogelijke oorzaak daarvan zou kunnen zijn dat ze een hoge hopgift nodig hebben in hun bier. De gekweekte hop wordt uiteraard bemest en het daaruit voortkomende nitraatgehalte in de hop zorgt voor een verhoogd nitraatgehalte in het bier. Tsjechië is volgend op de lijst. Tsjechische hopsoorten zijn bekend en geroemd om hun fijne aroma en bitterheid. De meest hop in Tsjechië komt uit de streek Saaz, een gebied ten noordwesten van Praag. 75% van de Tsjechische hop komt uit dat gebied. Waarschijnlijk wordt een groot gedeelte van de 'overige hop' gekweekt in Rusland, maar ook Russische hop is niet erg gewild in het Westen, vanwege de lage bitterheid. Hopproductie in Duitsland Ook in Duitsland worden er steeds meer verschillende rassen geïmporteerd, vooral een aantal Engelse rassen, zoals je in tabel 2 kunt zien. 81% van alle Duitse hop komt uit de Hallertau. Dat wil niet zeggen dat de overige gebieden niet belangrijk zijn, daar komt ook nog een aanzienlijke hoeveelheid hop vandaan. Bijvoorbeeld Tettnanger hop, welke geteeld wordt in het gebied juist noordelijk van de Zwitserse grens, aan de Bodensee. Dit is een zeer gewilde hop voor pilsner bieren. Hersbrucker en Spalt zijn beide Beierse hoppen, zuidelijk van Neurenberg. Deze worden gekarakteriseerd door een lage bitterheid en een goed aroma. Uit deze tabel blijkt in Duitsland er toch meer gekeken wordt naar aroma. Dat komt omdat Duitse bieren wat men noemt hopbetoond zijn, er wordt meer karakter gegeven dan aan ons Nederlandse bieren. Tabel 2: Hopproductie in het gebied Hallertau Tabel 3: Hopproductie in Duitsland, uitgesplitst naar gebied (prognose 1999) Hop was tot in de jaren vijftig een zeer speculatief gewas. Ik heb meegemaakt dat een baal hop in een jaar vier tot vijf maal duurder was dan het jaar ervoor. Daarvoor waren twee belangrijke oorzaken aan te wijzen:
Men heeft om deze reden veel energie gestoken om een product te fabriceren dat een constante bitterwaarde heeft en langer te bewaren is. Dat heeft geleid tot de ontwikkeling van hopextracten en hoppoeders. Hieronder is schematisch aangegeven hoe hopextract gemaakt wordt. Figuur 3: Schematische weergave van het productieproces van hopextract, De hop wordt vermalen en ge-extraheerd met een organisch oplosmiddel. Vroeger werd daar dichloormethaan voor gebruikt, tegenwoordig gebruikt men alcohol en/of superkritisch koolzuur. Dit is koolzuur die onder grote druk vloeibaar gemaakt wordt. Dit blijkt een zeer goed oplosmiddel te zijn. Bovendien verdampt het snel zodra de druk van het vat gehaald wordt, waarna je het extract overhoudt. Het oplosmiddel wordt hergebruikt. Beide extracten Het restmateriaal wordt opgelost in water en daar wordt een soortgelijke procedure op losgelaten. Beide extracten worden daarna gemengd tot een standaard bitterheid en verpakt in blik. Dit is jarenlang houdbaar. Een tweede product is hoppoeder. Ook hiervan wordt het proces hieronder schematisch weergegeven: De hop wordt ook hier vermalen. De vermalen hop wordt afgekoeld tot -35 °C. De reden van deze afkoeling is dat de lupuline heel kleverig is bij hogere temperaturen. Als het zover wordt afgekoeld kun je de lupuline uit het restmateriaal zeven, zonder dat je materialen verstopt raken. Na analyse worden de beide fracties weer vermengd tot een standaard en onder stikstof of koolzuurgas verpakt, zodat de hop niet oxydeert. Vroeger werd dit product inderdaad aangeleverd als poeder, maar in een grote brouwerij is de verwerking daarvan niet prettig (het stuift nogal en blijft gemakkelijk overal aan kleven). Tegenwoordig wordt het hoppoeder in pellets geperst en zo verkocht. Ik hoop dat ik jullie een beetje wijzer heb gemaakt over de technieken met hop en wilde hiermee afsluiten. |
|
Terug naar overzicht |
De brouwagenda |
tww maart 2000 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
De brouwagenda
Maar ja als je een bokkie van zeg 7% in de herfst wil drinken dan ben je wel mooi te laat als je daar in oktober pas achter komt.... en dan nog moet gaan brouwen. Het komt er dus op aan dat je op het juiste moment je biertjes brouwt. Te vroeg is niet zo erg, maar te laat...... Hoewel te vroeg kan ook vervelend zijn, en zeker als ie erg lekker is, vaak is het brouwsel al op voordat het er echt de tijd ervoor is. Maar goed dat is een kwestie van zelfdiscipline; afblijven dus. Begin 1997 ben ik er mee gestart; het maken van een brouwagenda. Wat is nou een brouwagenda? Het zijn afspraken met jezelf om om in een bepaalde periode bepaalde bieren te brouwen en deze afspraken in een schema vastlegt. De periode bepaal je zelf, per week, maand, twee maanden of zelfs kwartaal. De periode waarin we moeten brouwen bepalen we door een en ander terug te rekenen. De belangrijkste tijden hierin zijn, de tijden die nodig is voor de hoofdvergisting, lagering en de rijping. Vooral bij zware bieren zijn deze tijden vaak langer dan we denken. De tijden die nodig zijn voor de hoofdvergisting en de lagering kennen we wel uit de praktijk, deze bedragen respectivelijk ca. één en 3 weken. Echter de rijping is voor velen onduidelijk. Ik gebruik daar het volgende vuistregeltje voor (en ik weet echt niet hoe ik er aan kom); de rijpingstijd voor een biertje van 5% vol alcohol is ongeveer een maand en voor elk procent alcohol extra komt daar een maand bij. Laten we ons bokbiertje van 7% nou eens nemen. Als we deze in oktober willen degusteren, wanneer moet we dan brouwen. Neem voor de hoofdgisting en lagering tezamen ca. 1 maand en de lagering dan 3 maanden (1 maand voor 5% plus 7-5=2 maanden extra.) is totaal 4 maanden. Dit betekent dan dat we in mei of begin juni ons bokkie moeten brouwen. Als we eerst de seizoen gebonden bieren vastleggen zien we wat er nog overblijft en kunnen dan de niet seizoen gebonden bieren, zoals de tripel, dubbel, porter, pilsje etc., invullen. Ik hanteer ongeveer het volgende schema.
|
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar overzicht |
Degustatie Corner |
tww maart 2000 | ||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Door: Renko Kuperus | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Degustatie Corner
Voor in de zaal (aan de linkerkant bijvoorbeeld) richten we een "degustatie corner" in. Hier stellen we een tafel op met een aantal proefglaasjes. Kleine glaasjes, waarmee vier of vijf monsters uit één flesje kunnen worden geproefd (bijvoorbeeld de glaasjes die ook op de clubwedstijden gebruikt worden). Vervolgens hebben we een aantal degustatieformulieren nodig, waarop de proevers hun bevindingen kunnen weergeven. De rubrieken op dit formulier moeten zo zijn dat ook niet-professionele proevers hun bevindingen kwijt kunnen. Naast een aantal algemene kenmerken zoals kleur, helderheid, schuim etc. zijn we vooral geïnteresseerd in afwijkingen. Als de ingevulde formuliertjes op een verzamelformulier overgebracht worden kan dat dan tezamen met het recept van het desbetreffende brouwsel in het clubblad worden opgenomen. Zo heeft niet alleen de inzender er wat aan, maar ook de overige clubleden. Naast een aantal proevers per clubavond, die overigens kunnen wisselen, hebben we nog een soort "degustatie begeleider" of coördinator nodig. Een vrijwilliger dus, die er voor zorg draagt dat er voldoende proevers zijn, dat de bevindingen worden genoteerd en een samenvatting van de proeverij voor het clubblad maakt (overigens een standaard invul formulier). Als voorzet stel ik onderstaand degustatieformulier voor dat een "beetje" van het BKG is "geleend", en ik nodig de kritische lezertjes dan ook uit om snel met een eigen "'t Wort Wat" versie op de proppen te komen.
Renko Kuperus |
|||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
Terug naar overzicht |