Artikelen
2 artikelen uit het clubblad van November 2001
Terug naar overzicht | |
Electronisch geregeld roerwerk |
tww november 2001 |
|
|
Terug naar overzicht |
Leidse RIMS incl. vragen en antwoorden |
tww november 2001 |
![]() |
|
Leidsche RIMSVoor mij waren er diverse redenen om een RIMS te bouwen. Allereerst had ik gemeten dat de temperatuur op verschillende plaatsen in de maisch behoorlijk kan variëren; meer dan me lief was. Experimenten met een pomp en verschillende roerwerken brachten daarvoor geen oplossing en een RIMS wel. Relax, have a homebrew! Theo's Vraagbaak aflevering 6Het artikel van Jan Willem Fukking in het oktobernummer over zijn 'Leidsche RIMS' installatie trok mijn belangstelling, zelfs in die mate dat ik het niet kon nalaten om zelf eens een paar vragen te stellen:
Tenslotte vind ik het prachtig dat dit soort artikelen in ons blad verschijnen, dat brengt weer wat leven in de brouwerij! Theo
Hartelijk dank voor je complimenten. Natuurlijk geef ik graag antwoord op je vragen, zeker ook voor het clubblad. Als je het niet erg vindt verwijs ik soms naar items op mijn website in de sectie 'Brouwavonturen' (http://www.barleys.nl/brouwavonturen.htm). Die items heb ik naar aanleiding van je vragen geschreven, inclusief enige foto's ter verduidelijking. Vraag 1 en 2.De basis van mijn RIMS wordt gevormd door een emaillen Westfalia inmaakketel. Onder in de ketel ligt een RVS filterbodem. Hij is aangesloten op een kraan, waarvoor ik een gat heb geboord in de ketelwand. Over het algemeen wordt boren in email sterk afgeraden, omdat er snel stukjes afspringen en het metaal eronder bloot komt te liggen. Ik heb dat als volgt aangepakt: Allereerst heb ik met behulp van een spijker een deukje geslagen op de plek waar het gat moest komen (ca. 2,5 cm boven de bodem van de ketel). Vervolgens heb ik met een 18 mm metaalboor en weinig toeren een gat geboord. Het deukje zorgt ervoor dat de boor niet uitglijdt op het email. Het resultaat was een enigszins rafelig gat en afgesplinterd email. Vervolgens heb ik het gat uitgeslepen met een Dremel en een slijpsteentje tot ongeveer 22 mm. Een veiligheidsbril en oorbeschermers zijn wel aan te raden! Door het uitslijpen verdwijnen de afgesplinterde emaillen randen, althans ze worden veel minder. Ik had wel meer dan één slijpsteentje nodig om het gat voldoende groot te maken. Een mooi alternatief voor een kogelkraan is natuurlijk een vlinderkraan met in het kraanhuis een klep. Vlinderkranen zijn echter (voor mij) onbetaalbaar. Op de foto zie je aan de kogelkraan ook nog een RVS snelkoppeling. Die zijn een stuk duurder dan een Gardena koppeling, maar in die laatste kan op den duur wat speling ontstaan waardoor lekkage kan optreden. Vraag 3.De in- en uitstroom van de mag-drive pomp zijn voorzien van schroefdraad (je kunt allerlei aansluitingen bestellen). Een Gardena koppeling (klein model) past daar heel goed op. Echter, aan de uitstroom gebruik ik een gewone wartel uit veiligheidsoverwegingen. In mijn brouwinstallatie heb ik de pomp namelijk zo geplaatst dat de uitstroom naar boven wijst (om luchtophopingen te voorkomen in de leidingen). Als ik de snelkoppeling van de uitstroom zou lostrekken zou er een restje vloeistof uit de slang kunnen lopen, bijvoorbeeld in het motorhuis van de pomp. Om dat te voorkomen dus een wartel, die ik bij het opzetten van de installatie goed vastdraai met een waterpomptang. Monkey proof, zoals dat heet! Vraag 4.De mag-drive pomp is geschikt voor 230 Volt. Dat kun je bij de bestelling aangeven en kost ongeveer 20 US$ extra. Vraag 5.De metalen filterbodem heb ik kant en klaar gekocht bij www.morebeer.com. Hij is verkrijgbaar in 9, 10 en 12 inch (= 30,5 cm). De filterplaat is veel boller dan je dacht: in het midden is hij 2,5 cm hoog (de plaat, dus zonder het knietje). Het metalen knietje zal al aan de plaat toen ik hem kocht. Het stukje plastic slang dat er aan zit is slangtype 3 dat ik beschrijf in mijn stukje over slangen en koppelingen. Er staat niet op dat het 'food grade' is maar ik ga er (voor het gemak) vanuit dat het dezelfde spec's heeft als slangtype 4, en daar staat 'food grade' op. Ik heb al allerlei vreemde smaken aan mijn bier gehad (één op de drie batches mislukt; ik ken het gevoel) maar ik denk niet dat dit van dat slangetje komt. Het zijn over het algemeen verzuringen, dus infecties en de bieren die wel lukken smaken uitstekend (al zeg ik het zelf). Inderdaad zuigt de pomp de wort af uit de ruimte onder de bolling, die dus wat groter is dan je dacht. Overigens loopt de wort ook op zwaartekracht uit de kraan, vanwege de hoeveelheid wort boven het kraanniveau. Ik heb met deze filterplaat nog nooit een dichtgeslibde bostel gehad, terwijl ik (op volle snelheid) ongeveer 8 liter per minuut rondpomp op een brouwvolume van 20 tot 25 liter! Dat komt denk ik ook door de relatief grote gaten (2 mm) in de filterplaat waar toch vrijwel geen graandeeltjes doorheen komen. Ja, ja het is een bijzonder filterplaatje en dat is het ;-) Vraag 6 en 7.De instroomverdeler is één van de kenmerkende onderdelen van een RIMS-installatie. Het is de bedoeling dat een instroomverdeler de rondgepompte wort zo rustig mogelijk laat terugstromen in de maischketel. Enerzijds om contact met zuurstof te vermijden (dus niet een dikke straal in de maischketel laten plonzen met de bijbehorende schuimvorming); anderzijds om het gevormde filterbed niet te verstoren.
De volgende poging was een variatie op een andere basisvorm die je wel vaker tegenkomt: uitgaande van de H-vorm worden aan de uiteinden van de H bochtstukjes gemaakt die omhoog wijzen. Daardoor wordt de uitstroom rustiger en gelijkmatiger verdeeld over de vier openingen. Bovendien blijft hij goed schoon te maken.Bij mijn variant ben ik helemaal doorgeslagen met de T-stukken en bochten met als resultaat een soort octopus met 8 openingen, die schuin omhoog wijzen. Het idee voor mijn volgende instroomverdeler kreeg tijdens een gezamenlijke brouwdag van mijn brouwclub 't Wort Wat (in Hoofddorp). Daar lieten diverse brouwers een plastic deksel in hun maisch drijven om daarop het spoelwater te kunnen gieten. Naar wens waren er nog gaten geboord in de deksel zodat het spoelwater op diverse plaatsen langs en door de deksel kon stromen. Vraag 8.Een PID controller moet je vergelijken met een elektronische kamerthermostaat (even afgezien van de dag- en weekschema's). Je stelt de doeltemperatuur in en de controller meet met een voeler de huidige temperatuur. Is de huidige temperatuur te laag dan schakelt de controller via een relais een warmtebron in, net zo lang tot de gemeten temperatuur gelijk is aan de doeltemperatuur. Een PID controller schakelt daarbij zo slim dat de doeltemperatuur zo min mogelijk overschreden wordt ('overshoot') en vervolgens zo goed mogelijk in stand gehouden. Het hele verhaal geldt overigens ook voor de omgekeerde situatie waarbij iets gekoeld moet worden, bijvoorbeeld door het aan- en uitschakelen van een koelkast. Zelf heb ik inmiddels de ETC (Electronic Temperature Controller) van Grainger aangeschaft, die ik ook in de referentielijst van het artikel 'Leidsche RIMS' vermeld heb. Voor 56 US$ koop je een keurig kunststof kastje met een klein display en een paar knoppen. Je kunt achtereenvolgens instellen: Celcius of Fahrenheit; doeltemperatuur; tolerantie (één of meer graden); en koel- of verwarmschakeling. Overigens, binnen de RIMS commissie gaan we een zelfbouwcontroller uitwerken, die nog goedkoper wordt… Met een ETC kun je alles schakelen dat elektronisch is, waarbij het geschakelde vermogen afhankelijk is van het gebruikte relais. Een gewone kraan van een gasbrander kun je er dus niet mee bedienen. Nou weet ik dat bij minstens één uit de lijst van (ca. 60) 'Thuisbrouwerijen' (op mijn website) een opstelling beschreven staat, waarbij de gasbranders elektronisch aangestuurd werden, maar ik kan niet zo snel vinden welke. Ik zoek nog verder, maar misschien kun je zelf even snuffelen? Vraag 9.(zie het item "slangen en koppelingen" op mijn website) Kunststof slangen gebruik ik op diverse momenten tijdens het bierbrouwen voor het transport van vloeistoffen (water, beslag, wort en bier). Het materiaal moet dan ook bestand zijn tegen temperaturen tussen 10 ºC (kraanwater) en 100 ºC (kokende wort), en geschikt zijn voor levensmiddelen (‘food grade’). Bovendien moet de slang vormvast zijn (bij hogere temperaturen en bij onderdruk als ik een pomp gebruik) en doorzichtig (is erg handig). De afgelopen maanden heb ik geëxperimenteerd met diverse soorten slangen en heb uiteindelijk de ultieme slang gevonden!
Voor het transport van water (heetwaterketel vullen, aan- en afvoer tegenstroomkoeler) heb ik ook wel gewone tuinslang gebruikt, maar ik vond het mooier om alles met één type slang te doen.
Hopelijk heb je hiermee voldoende antwoord op je vragen. Zo niet, dan hoor/lees ik het graag van je! Grtz, Jan-Willem |
|
Terug naar overzicht |