Artikelen
Eén artikel uit het clubblad van April 2002
Terug naar overzicht | ||
Hop |
tww april 2002 | |
HopHet zit in pils en in pillen, maar het snel groeiende gewas verliest steeds meer terrein. Als ‘KONINGIN DER HOMMELSTREEK’ wordt Poperinge (België) bezongen, verwijzend naar hommel, van Humulus Lupulus: de Latijnse naam voor hop. Rijd hier ‘s zomers de hoppelandroute, door velden met torenhoge hop, en ruik de prikkelende geur: net selderijblad, versneden met een stickie. Hop is een telg uit de familie cannabis (vandaar!) en komt voor van Azië tot Noord-Amerika, in het wild, aan humusrijke bosranden. Daar oogt hij iel, maar veredeld is hop een weelderig gewas met bladeren die lijken op wingerd. Hoptelers gebruiken alleen de vrouwelijke plant, die vanaf haar derde jaar (het ‘bruidsjaar’) tot het vijftiende jaar kegelvormige vruchten produceert, als kleine dennenappels van groene zijde. Tussen haar onbevruchte schubben zit hopmeel: felgele, kleverige en sterk geurende lupuline. Hop groeit in één seizoen razendsnel op tegen rechte hekken van sparrenstaken en staaldraad; een groeistuip van dertig centimeter per dag is doodgewoon. In september worden de ranken geoogst, de bellen gerist, gedroogd en verwerkt tot hopextract of geperst tot groene ‘pellets’: biks-achtige staafjes. Het eerste, ons bekende gebruik was medicinaal: hop hielp tegen leveraandoeningen, neerslachtigheid en menstruatie-klachten. Nog steeds gebruikt de farmaceutische industrie hop, maar 99 procent verdwijnt in bier, van ‘artisinaal’ trappistenbier tot licht fabriekspils: circa 125 gram hop per honderd liter. Gemiddeld gesproken, want in Poperings hommelbier gaat twee keer zoveel hop. De etherische oliën en harsen uit hop bieden het bier niet alleen de lichtbittere aroma’s, ze maken het brouwsel ook helder(der), laten het schuimen en helpen het te conserveren. Eens teelden alle landen met een rijke bierhistorie hop, van Duitsland en Tsjechië - nog steeds de grootste producenten - tot Engeland. Zelfs in de Bommelerwaard en het Land van Heusden en Altena stond het, maar toen wij bier als volksdrank inruilden voor koffie, thee en cacao verdween het gewas uit ons landschap. Het laatste veld bij Den Bosch werd in 1905 gerooid. Helaas verliest hop ook rond Poperinge terrein aan het saaie snijmais. De hopoogst verloopt nu grotendeels machinaal, maar trok vroeger hordes plukkers aan: in september zwermden duizenden gezinnen uit Londens East End over de velden in Kent. En in Poperinge gingen de scholen vroeger pas eind september open, want ook kinderen ‘plokten’ op de ‘hommelhoeves’.
Geschreven door Alma Huisken en verschenen in AD Magazine van 13 april 2002. |
||
Terug naar overzicht |