Artikelen
4 artikelen uit het clubblad van April 2006
Terug naar overzicht | |
Maandbier en ander geneuzel, april 2006 |
tww april 2006 |
Door: John Gouwerok | |
In de maand februari was er geen stukje: er was geen maandbier. Dat komt deze keer weer helemaal goed, dus eerst het geneuzel. Ik had de vorige keer tegen de tap een bordje gezet met de tekst Geen maandbier De eerste twee die aan de bar kwamen bestelden dus gewoon twee maandbier. HEREN als er een bordje staat ‘geen maandbier’ betekent dat niet de naam van een heerlijk zelf gebrouwen biertje, maar dat er GEEN MAANDBIER IS! Het was een goed bezette avond maar het ging dan ook om het proeven van bier voor het clubkampioenschap. Daar kwam nu ook nog het maandbier bij, het zal je hobby maar zijn. Bier drinken, kijken, ruiken, proeven en nuchter blijven en dan ook nog punten geven. Wilma en ik moesten wachten met de rondgang met worst en kaas tot na de eerste proeverij (je weet wel vette lippen en bier) en de tosti’s konden we helemaal wel vergeten. En dan nu het maandbier, gebrouwen door de drie musketiers (die komen volgens mij ergens uit Frankrijk) Arjen, Gerrit en Herman dus drie vrolijke Fransen. De naam: LAGE DRUK. Als ik dat hoor denk ik aan depressie’s regen en herfst en niet aan bier maar ik zit er dan ook altijd naast. Het type was dark lager. Het smaakte goed want ondanks de proeverij bleken ze ook de weg naar de tap te kunnen vinden en getuigen van zekere nuchterheid. Het vaatje van 20 l ging dan ook mooi leeg.
En dan de punten: 70 tapjes, 67 wedstrijdformulieren en een blanco (wie is dat toch elke keer?). 1x5.5/1x6/3x6.5/1x6.75/13x7/12x7.5/20x8/4x9/12x10 dat is een totaal van 534.25 gedeeld door 67 is 7.9738806 Dit is een goed resultaat. Voor de maand april is het volgende maandbier aangemeld onder de naam Josef Sedlayer, biertype Märzen, gebrouwen door Jan-Willem den Hartog. Dit was het weer, tot de volgende keer P.S.ik zie momenteel veel nieuwe gezichten die niet weten wat ze aan moeten met dat briefje, uitgereikt door de barmedewerkers bij het tapbier: dat is nu het beroemde maandbierwedstrijdformulier om de punten 1 t/m 10 voor het bier op te vermelden. Die zijn voor de helse competitie van de maandbierwisselkei trofee en dus niet een BTW bon of een briefje om genotbelasting af te trekken, het is maar een weet! |
|
Terug naar overzicht |
Excursie, 16 maart 2006 |
tww april 2006 |
Door: Sander van Ierschot | |
Programma: · Vertrek: ‘s ochtends vroeg in Hoofddorp bij de alom bekende Mc Donalds of station NS Hoofddorp. · Bavaria-brouwerij en -mouterij (Lieshout), · La Trappe (Tilburg), · Het Kuipertje (Heukelum). Nou het was best koud zo ’s ochtends vroeg (08:00 uur). Nou zal deze tijd voor menig lezer niet vroeg zijn, maar ja je hebt nou eenmaal luxe paarden en … Goed, deze mooie donderdagochtend, geen koffie bij me, want die hebben ze in de bus, toch??? Ja, wel koffie maar geen heet water. Een kleine tegenvaller maar de verrukkelijke bonbons van onze Christopher maakten een hoop goed.Met lichte vertraging door een opstopping rond de Domstad Utrecht kwamen we aan bij het administratief centrum van Bavaria. Na een korte rondtocht langs bureaus en ontspanningsruimte kwamen we bij de receptie of wat daar voor ging en gingen we terug naar de bus om vervolgens naar de Brouwerij van Bavaria te gaan.Na de koffie, (want zo nu eerst een Bavaria!! kenden ze wel maar ’s ochtends werd er geen bier geschonken, aldus onze gastvrouw; vreemd voor een bedrijf wat leeft van de consumptie van bier) kregen we een mooie videopresentatie te zien, die op een ludieke wijze was aangekleed met een sprekende pop. Degenen die niet mee waren zullen zich nu reeds realiseren dat ze echt iets gemist hebben. Het verhaal van het brouwen etc. zal ik gemakshalve achterwege laten en trouwens, jullie zijn daar veel beter in dan ik, werd mij in de bus weer eens duidelijk gemaakt, het brouwen dan.Terug in de huiskamer van Bavaria kregen we eindelijk wat bier voorgeschoteld, vooral die Bavaria 8.6 hakt er lekker in rond het middaguur. Dat weten ze bij Bavaria ook en daarom kreeg iedereen bij vertrek een echte Stress-fles uitgereikt, HANDIG!! Vervolgens zetten we de tocht voort om ons te bezinnen bij La Trappe. Eerst even bijkomen met koffie en brood, alweer koffie bij de ontvangst. Zeker een nieuwe stijl in de brouwwereld. Daarna volgde een inspirerende rondleiding door de brouwerij en de afvullijn, dit vond ik zelf erg bijzonder, gezien de mooie muurschilderingen. Ik hoop dat daar door een aantal mensen foto’s van zijn gemaakt en dat zij die mij willen even mailen.Vervolgens maakten we een mooie tocht over dijken en langs landerijen; later bleek dat de chauffeur de route zo had gepland: hij was de snelweg zat. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen, maar overleg dan met de mensen die je inhuren zou ik denken. Maar ja, ik zal wel ouderwets zijn. Goed, we kwamen dus uiteindelijk aan in het pittoreske Heukelum. Deze brouwerij (?) bevindt zich ver buiten de bewoonde wereld en dat bleek ook uit de ontvangst zonder KOFFIE! Want wat zet je je gasten nou voor als een amateurbierBROUWERS-vereniging op bezoek komt, natuurlijk BIER! En doe dan origineel zoals hier bij het Kuipertje en zet niet je beste bier voor maar je slechtste. Gewaagd, maar wel origineel.Daarna volgde de meest indrukwekkende tour die ik tot nu toe op een excursie heb meegemaakt, het ging helemaal niet over bier brouwen. Die man, Frits, dacht natuurlijk: “dit zijn brouwers, die weten alles over brouwen en ik moet ze toch vermaken. Weet je wat, ik doe net of een soort mislukte cabaretier ben.” Ik moet zeggen, hij is geslaagd! Het eten was overigens echt goed te noemen en door het vriendenbier was ook wel heen te komen. Soms zit het mee, soms zit het tegen, maar ik ga met de volgende excursie gewoon weer mee. Heren, van de excursie commissie, bedankt voor uw inspanningen. |
|
Terug naar overzicht |
Meibock |
tww april 2006 |
Door: Nico Mes | |
De lammetjes dartelen in de wei of liggen al in de schappen van de slager. Het is lente! In de lente komen ook de meibockbieren in de schappen van de winkels. Het meibockfestival, 21 mei bij de Prael, komt er aan. Maar wat is nu eigenlijk een meibock. Als je naar de voorlopige bierlijst van het festival kijkt zie je verschillende namen voor een meibok staan, zoals Lentebo(c)k. Springbo(c)k of Paasbier en uiteraard Meibo(c)k.Het meibockbier kom je vooral in Nederland en Duitsland tegen. In België zie je nog wel Paasbier, maar dat is veel vagere categorie; de overeenkomst is dat het, evenals de meibock, rond Pasen op de markt wordt gebracht. GeschiedenisEen breed aanvaarde theorie is dat de naam bockbier is afgeleid van de Duitse stad Einbeck. Het verhaal gaat dat het bier uit Einbeck in München erg in de smaak viel. Zozeer dat een brouwer uit Einbeck, Elias Pichler, naar München werd gehaald om het Einbeckse bier te brouwen. In 1614 werd in het Hofbräuhaus door hem voor de eerste keer het bockbier gebrouwen. De brouwerij Hofbräu brengt nog steeds een bokbier op de markt, onder de naam Maibock. De vraag rijst daarom: “wat was nu eerder de meibock of de herfstbock”.In Einbeck geven ze een geheel andere betekenis aan de meibock. Voorheen werden op vele plaatsen in de stad bier gebrouwen. Niet iedereen had een bierketel. Daarom was er een bierketel, die de ronde deed door de stad. In april was het einde van het brouwseizoen. In mei werd de volgorde bepaald voor van het gebruik van de brouwketel in het volgende brouwseizoen. Hierbij werd een feestbier gedronken, de huidige Maibock. Tot zover het Duitse verhaal.In het blad Bierpassie van mei 2006 staat een verhaal van Theo Flissebaalje over meibier dat je als een voorloper van de meibock kan beschouwen. De meibock is nog niet zo heel lang op de markt. In 1939 werd naast de reeds op de markt gebrachte (herfst)bock een nieuw biersoort door de grote brouwerijen op de markt gebracht, het meibier. Het meibier was gebaseerd op het Duitse Märzen. Het meibier was een lichtgekleurde biersoort van 15,5 tot 16,5 graden. Het jaar van op de markt komen van deze nieuwe biersoort was niet niet zo gelukkig gekozen: in 1940 begon de oorlog met zijn tekort aan grondstoffen; voor een zwaarder biersoort was toen geen plaats. Na de oorlog werd het meibier nog wel enkele jaren op de markt gebracht maar het verdween langzaam vrijwel geheel van de markt. Een paar kleine brouwerijen brachten nog wel af en toe een meibock op de markt. De ommekeer kwam in 1992 toen Grolsch een Meibock op de markt bracht. Andere grote brouwerijen wilden niet achterblijven en kwamen de volgende jaren ook met een meibock. Nu zijn er ongeveer 20 Nederlandse brouwerijen die met een meibock op de markt komen.Daarnaast zijn liggen er nog enkele buitenlandse (vooral Duitse) meibokken in de schappen van de winkels. In België brengt men deze tijd Paasbieren op de markt, maar deze vallen meestal buiten de categorie meibok. Wat is een meibock?In de Bierverordering wordt geen omschrijving gegeven van de meibock, wel wordt erin aangegeven dat in een biernaam de term bo(c)k allen mag worden gebruikt als het extractgehalte van het bier hoger is dan 15,5%. Daar kom je dus niet veel verder mee.Volgens de biertypenlijst van het Bier Keurmeesters Gilde heeft een meibock de volgende eigenschappen: begin S.G. 1060 – 1070, EBU 20 – 35, EBC 14 - 35. Als smaakomschrijving wordt voor de meibock gegeven: moutig, kruidig-hoppige geur, vol, moutig, bitterig tot bittere smaak. De meibock valt in de klasse C. De meibock is dus lichter van kleur dan de herfstbock en heeft veelal ook iets meer bitter.Is de meibock nu een ondergistend of een bovengistend bier. Beide variaties komen voor. De brouwerijen die een ondergistend bier zoals een pils in hun assortiment hebben brengen de meibok veelal als ondergistend op de markt. Hierop zijn uitzonderingen, zoals Bavaria. De meibock van Bavaria wordt bij La Trappe gebrouwen. De kleinere brouwerijen brengen de meibock als een bovengistend bier op de markt. Niet ieder bier dat aanwezig op het Meibockfestival voldoet aan de omschrijving, maar ze zijn wel het proeven waard. Kom dus op 21 mei naar de Prael! Een recept voor het brouwen van een meibok staat al op de website van ’t Wort Wat, dus dat behoeft hier niet te worden gegeven. |
|
Terug naar overzicht |
Hop in je achtertuin |
tww april 2006 |
Door: Theo van de Voorde | |
Als je zowel van bierbrouwen als van tuinieren houdt, ben je een uitstekende kandidaat om je eigen hop te telen. Hop is een winterharde overblijvende plant en wanneer hij eenmaal is aangeslagen kun je er jaren van oogsten. Als thuisbrouwer beschik je dan zowel over het voordeel van gratis hop als van het feit dat je zelf de kwaliteit ervan kunt controleren. Bovendien worden zowel het aroma als de smaak enigszins beïnvloed door het microklimaat van de streek waarin je woont en dus heeft jouw hop een unieke, eigen identiteit. Deze eigenschappen stellen je in staat om met meer creativiteit je eigen bieren te ontwikkelen en te brouwen. Hoppige doelstellingenDe hop (Humulus lupulus) is een overblijvende klimplant met eenjarige ranken die bloemen voortbrengen die bellen worden genoemd. Deze kegelvormige bloemen bevatten kleine bolletjes lupuline welke weer de zuren, harsen en etherische oliën bevatten die wij als brouwers gebruiken om bitterheid, smaak en het aroma aan ons bier te geven. Dus, onze eerste doelstelling als hopkweker is het oogsten, drogen en daarna snel invriezen van de bellen teneinde de opperste versheid te bewaren. Onze tweede doelstelling is te genieten van het plezier dat je kunt hebben in het opkweken van deze planten. Omdat ze zo snel groeien en zo hoog worden (gemiddeld 6 meter), schenken ze, naast een fraai gezicht, ook veel schaduw gedurende de (snelle) vegetatieve groei die, via breedtegroei en bloeistadium leidt naar het langverwachte rijpen van de bellen en het oogsten daarvan. Anatomie en groeicyclusDe wortelstok of kroon is het overblijvende deel van de plant dat onder de grond groeit. Ieder voorjaar laat de stijgende bodemtemperatuur de jaarlijkse ranken uit de kroon schieten, de aarde doorboren en naar hemel racen. De spiraalvormige structuur van deze scheuten dwingt hun toppen om met de wijzers van de klok mee omhoog te kronkelen, zodat ze ranken worden genoemd in plaats van stengels. De kweker moet dan ook iets maken waarlangs ze omhoog kunnen slingeren. Intussen groeien er onder de grond ook scheuten van de plant af om iets verder bovengronds te komen. Deze uitlopers of loten zijn genetisch gezien klonen van de moederplant. Andere delen van de kroon omvatten vezelachtige voedingswortels en vlezige voorraad- en waterwortels. Tijdens de vegetatieve groei bereiken de hoofdranken meestal een hoogte van zo’n 6 à 7 meter. Vanaf die ranken ontwikkelen zich zijscheuten waaraan, als de condities goed zijn, zich de bellen zullen ontwikkelen. De meeste bellen zullen verschijnen aan de bovenste deel (van de helft tot twee derde) van de ranken. Hop is bestand tegen koude maar heeft tenminste 120 vorstvrije dagen nodig om in bloei te komen en de bellen te laten rijpen. Bovendien heeft hop een relatief lange daglichtperiode nodig om te kunnen overgaan van de vegetatieve fase naar de bloeifase. Deze vereisten beperken de commerciële hopteelt tot een gebied tussen de 35e en de 55e breedtegraad. De benodigde minimum daglengte varieert per ras of variëteit, gemiddelde temperatuur en hoogte. Tegen de tijd dat de zon zijn hoogste stand bereikt zal de plant overschakelen naar de bloeifase, mits die erin zit. (Want als de plant groeit op een breedte waar de langste dag korter is dan de minimum daglengte, benodigd voor de bloei-inductie, zal hij niet bloeien.) Spoedig zullen er kleine bloempjes verschijnen op de zijscheuten van de ranken. De hoeveelheid daarvan is afhankelijk van de hoeveelheid licht die op de zijscheuten valt - nog een reden om hopplanten daar te plaatsen waar ze zoveel mogelijk zonlicht krijgen. Die bloempjes veranderen later in groene hopbellen. Naarmate de plant verder groeit gedurende de zomer worden de bellen rijper totdat ze geschikt zijn om geplukt te worden. Het voordeel van zelf gekweekte hop is dat je, zoals Juan Valdez met zijn koffiebonen doet, de hopbellen gedurende de hele zomer kunt plukken, precies op het moment als ze net rijp zijn. Hierdoor kun je twee tot drie kleine oogsten per seizoen hebben. De commerciële hopbedrijven daarentegen zijn gedwongen om tijdens de oogst, wanneer de meeste bellen rijp zijn, de ranken af te snijden en in de plukmachines te voeren. Met je eigen hop kun je de bellen plukken en de plant gewoon door laten groeien, waardoor het voedsel dat door de foto-synthese in de bladeren wordt gevormd naar de wortels getransporteerd wordt. De wortelstok van een thuisgekweekte hop beëindigt het seizoen daardoor sterker en met een grotere weerstand tegen de winter waardoor hij een betere start in het volgend voorjaar heeft. In de herfst begint de hopplant zich klaar te maken voor de winterslaap. De eenjarige ranken sterven af tot aan de kroon, de bladeren vallen af en de stofwisseling van de kroon zal afnemen naarmate de temperatuur daalt. Dit is de tijd om de plant klaar te maken voor de winter door de ranken af te snijden en de kroon te bedekken met een laag organisch materiaal. De indeling van een hoptuinHou er rekening mee dat de hop zo’n 6 tot 7 meter hoog wordt, dus zoek een voldoende ruime plek waar de hop of in de hoogte of in de breedte kan groeien. De wortelstokken moeten op een afstand van 70 tot 90 cm van elkaar gepoot worden. Zoek een plek uit met het meeste zonlicht, dat zal meestal op het zuiden zijn, en ook enigszins beschut tegen de wind. Harde wind kan de ranken doen breken of beschadigen, in het bijzonder wanneer het koud weer is en de ranken bros zijn. Wanneer je een plan voor de indeling gaat maken, bedenk dan hoe je de bellen wilt gaan plukken. Als je de ranken omhoog laat groeien zul je een ladder nodig hebben of, met een beetje handigheid kun je ook de topdraad losmaken, de ranken neerlaten, dan de bellen plukken en vervolgens de topdraad weer bevestigen. Anders moet je de ranken bij de grond afsnijden en ze omlaag trekken om ze daarna op een daartoe geschikte plaats, bij voorkeur onder het genot van een zelfgebrouwen biertje, te gaan plukken. Doe het horizontaal!Een andere benadering die het plukken veel makkelijker maakt is de horizontale hoptuin. Hierbij wordt de plant voor de eerste 2,5 tot 3 meter langs een draad of een paal omhoog geleid om vervolgens langs een andere, horizontaal gespannen draad nog 3 tot 4 meter verder te groeien. De zijscheuten met de hopbellen eraan hangen dan omlaag zodat de bellen gemakkelijk, staande op de grond of op een krukje, geplukt kunnen worden. De ranken bovenop kunnen dienen als schaduwgever voor bijv. een biertuin, een aangename plaats om te genieten van zowel bier als van de hop. BodemvereistenHop geeft de voorkeur aan een diepe, leemachtige goed gedraineerde bodem met een pH van 6 tot 7,5. Een zoute of slecht gedraineerde bodem is niet geschikt. Om de drainage te verbeteren kun je zand door de bodem mengen en om het zoutgehalte omlaag te brengen kun je proberen de grond diep te irrigeren. De pH kan aangepast worden met kalk of VAM compost als hij te zuur is en met zwavel (zwavelzure ammoniak) als hij te basisch is. Probeer de pH-veranderingen in de herfst te realiseren, want de kalk kan gedurende een maand na de toediening nog de stijgende voedselstroom beïnvloeden. De grond dient zo’n 20 tot 30 procent organisch materiaal te bevatten, zoals bijv. compost of gedroogde koemest. Organisch materiaal speelt een belangrijke rol in het vrijmaken van de bodem-voedingsstoffen ten behoeve van de wortels. VoedingsstoffenHop heeft een erg grote behoefte aan tal van voedingsstoffen. Gelukkig zijn de meeste van deze stoffen - koolstof, waterstof en zuurstof - vrij beschikbaar in de lucht. De volgende belangrijke voedingsstoffen - stikstof, fosfor en kalium, welke vaak vermeld worden op de meeste verpakkingen van kunstmest als “N.P.K” - zijn in de bodem meestal niet in voldoende mate aanwezig. Ik gebruik zelf een organische 8-8-8 meststof in een verhouding van 25 gram per vierkante meter (wat neerkomt op een handvol per plant), één keer vroeg in het voorjaar en nog een keer ongeveer 6 weken later. WaterbehoefteHop is een erg dorstige plant maar hun wortels zullen gaan rotten als ze in het water staan. Daarom is een goede drainage zo belangrijk. Gedurende het begin van de groei is het voldoende om regelmatig een beetje water te geven. Maar als de plant volgroeid is, zal niet regelmatig, maar wel langdurig water geven de ontwikkeling bevorderen van een diep en sterk wortelgestel dat goed bestand is tegen droogte. Ik ben geen voorstander van een automatisch sproeisysteem omdat dit de kans vergroot op de vorming van meeldauw. Dan is een druppel-bevloeiingssysteem dat het water laat druppelen recht boven de kroon van iedere plant een betere optie. Het plantenHop is bestand tegen kou en kan in het voorjaar geplant worden zodra de grond kan worden bewerkt. Hop wordt meestal opgekweekt van wortelstokken die verkrijgbaar zijn van maart tot mei, dus het planten kan gedurende deze tijd plaats vinden. Je kunt ze echter ook later in het seizoen nog planten, zelfs in de herfst, mits je ze kunt krijgen. In het eerste jaar zullen er waarschijnlijk nog geen bellen verschijnen en is voornamelijk bestemd om de kroon en de wortels te laten groeien. Na aankoop dienen de wortelstokken koel vochtig te worden gehouden tot het moment waarop ze geplant worden. Plant er twee bij elkaar op één plek met de houtachtige delen naar boven onder een hoek van 45 graden met elkaar, ongeveer 5 cm onder de aarde. De bovenste knopen zullen de eenjarige ranken worden en de onderste zullen zich tot wortels ontwikkelen. Bedek ze met een leemachtige grond met daarover een laagje strooisel om alles vochtig te houden. Hou het goed onkruidvrij. Plaats er een paaltje bij om de locatie te markeren en om de klimdraden te verankeren. Het opbindenZodra de scheuten een lengte hebben bereikt van 60 cm zoek je twee of drie van de sterkste uit en deze draai je om de klimdraad. Ik gebruik hier meestal een dikke plastic draad voor in plaats van een papieren of een jute draad omdat deze ongevoelig is voor rot als gevolg van vocht. Zorg ervoor dat de draad ruw is omdat de haren van de ranken iets moeten hebben om zich aan vast te houden. Doe het opbinden niet op een koude of een bewolkte dag omdat de ranken dan bros zijn en gemakkelijk breken als je ze teveel buigt. Gebeurt dat toch dan is dat niet zo erg want uit de volgende knoop ontwikkelt zich weer een nieuwe groeipunt Knip de kleine zijscheuten af dan ontwikkelt de overblijvende zich tot de nieuwe groeipunt. Beter is het om te wachten met opbinden tot het warm, zonnig weer is. Op zo’n dag, vooral in de middag, zijn de hopranken plooibaar en is het risico van afbreken gering. Het meest belangrijkste van het hele opbinden is dat je ze met de wijzers van de klok mee (dus rechtsom) om de klimdraad heen moet draaien.
|
|
Terug naar overzicht |