10 artikelen uit het clubblad van April 2010

Terug naar overzicht

Van het Bestuur, april 2010

tww april 2010
Door: Jan Wurpel

We hebben recent al weer de Algemene Leden Vergadering (ALV) achter de rug  en afgelopen clubavond is er nog een mini-ALV geweest waarin de wijziging van het artikel 19 van het huishoudelijk reglement werd goedgekeurd, alsmede het financieel verslag van 2009.

Wijziging in het bepalen van de all round clubkampioen

In deze ALV-en is ook een wijziging goedgekeurd m.b.t. het clubkampioenschap. Om meer precies te zijn m.b.t. het bepalen van de algemeen clubkampioen.  Zoals de meeste van jullie weten wordt tegenwoordig het clubkampioenschap gehouden over twee biertypen, die vroeg in het jaar tijdens een clubavond uitgebreid belicht en geproefd worden. Dit jaar zijn dit een Alt en een Tripel. Een presentatie over deze biersoorten is afgelopen clubavond verzorgd door Theo van de Voorde en Theo van Eijden.  Als je deze bieren brouwt en inzendt voor het komende clubkampioenschap 2010 kun je dus meedingen naar het kampioenschap in de klasse van dat bier. Dat is dus niet anders dan we altijd gewend waren.

Wat nu wel is veranderd is, is de bepaling wie er algemeen clubkampioen gaat worden. Algemeen clubkampioen wordt vanaf nu de persoon die in beide te jureren biersoorten cumulatief het beste resultaat haalt. Vergelijk het maar met All Round schaatsen over twee afstanden. Je kunt dus all round clubkampioen worden zonder winnaar te zijn van één van de beide klassen. Ben je  winnaar in één van de beide klassen, dan  moet je dus ook een tweede bier ingezonden hebben dat hoog heeft gescoord om clubkampioen te worden. Op deze wijze willen we de leden stimuleren om zeker met twee bieren mee te doen als ze All round clubkampioen willen worden.

Gezamenlijke brouwdagen

De gezamenlijke brouwdagen over 2009 en 2010 tot nu toe, zijn als een groot succes te bestempelen. Zo goed zelfs dat er meer aanmeldingen komen om mee te doen dan er brouwplekken zijn. Het beleid van ons clubhuis “de Boerderij” bepaalt dat het maximale aantal brouwplekken dertien is. Daar kunnen we als bestuur niets aan veranderen.

Het probleem waarvoor het bestuur zich thans gesteld ziet is het feit dat er meer aanmeldingen komen dan dat er brouwplekken zijn. Dan moet je dus criteria gaan stellen m.b.t. wie je toelaat en wie niet. Als je het principe hanteert van wie het eerst kom wie het eerst maalt kun je alleen mensen toelaten die in de omstandigheid zijn om snel te kunnen reageren. Wat er dan kan gebeuren, en ook gebeurt, is dat steeds dezelfde personen zich als eerste aanmelden en dat we de mensen die zich pas wat later hebben kunnen aanmelden moet teleurstellen.

Eigenlijk wil je als bestuur dat iedereen een eerlijke en gelijke kans krijgt om een keer mee te doen met zo’n gezamenlijke brouwdag. We willen toch meegeven dat dit binnen het bestuur een onderwerp is waarover gediscussieerd wordt en waarvoor een oplossing gevonden dient te worden. Suggesties? Maak het bestuur daar dan deelgenoot van.

Komende vrijdag gaat een afvaardiging van het bestuur kijken bij een kweker in de Haarlemmermeer die er wel oren naar heeft om zijn ruimte een keer beschikbaar te stellen voor een gezamenlijke brouwdag. We gaan kijken of de ruimte geschikt is en of er de voorzieningen zijn om met meerdere brouwsets te kunnen gaan brouwen, dit ook met het oogmerk om er dan met meer dan dertien sets te kunen gaan brouwen. Zeg maar een gezamenlijke brouwdag op locatie. Als we meer weten over de locatie en de mogelijkheden zullen we jullie hiervan op de hoogte brengen.

Last minute update: We zijn er geweest (zie de foto's), en de lokatie lijkt geschikt voor het najaar! We mogen de loods (of buitenplein) gebruiken voor de brouwdagen van september en november. Voor de brouwdagen van het voorjaar 2011 zullen we verder zoeken. 

Komende clubavond

Jan-Willem den Hartog, brouwmeester van De Gulpener Bierbrouwerij, komt 23 april terug naar zijn roots! Als voormalig lid van onze vereniging (en nog steeds donateur) geeft 't Wort Wat hem nog steeds warme gevoelens. Wij zijn dan ook bijzonder verheugd dat hij een presentatie bij ons wil komen geven.

23 April gaat het over de volgende onderwerpen:

  • De Gulpener brouwerij en het vergaren van hun grondstoffen en ondersteunen van lokale boeren die deze verbouwen.
  • De vergisting van het wort. Welke parameters kun je thuis meten en controleren om een goede vergisting te garanderen.

Als het bier op tijd klaar is, hebben we dan ook een primeur. Jan-Willem gaat namelijk proberen de Gulpener Echt 2010 meete nemen. Kom die dan dus allemaal proeven!

Namens het bestuur,
Jan Wurpel

Terug naar overzicht

Ben Bierbrouwen

tww april 2010
Door: Ben Jacobs

Nu moest ik die Rooiebag nog aanpakken. Ik had het eerst lang uitgesteld, toen was de starter verlaat, maar uiteindelijk ging het er dan toch van komen.

Normaliter maak je een bier en proef je het resultaat in een maand of drie. Maar deze eerste batch is bedoeld om een jaar te laten staan met een Lambic blend en eikenkrullen. Vervolgens moet je nog een tweede batch brouwen die twee maanden moet lageren en dan moet je nog mengen en bottelen. Wel een bieruitdaging waar je de adrenaline van voelt stromen in het bloed als je gaat schroten, maar oh wat gaat dat lang duren… eigenlijk de tegenpool van een deadline.

5 liter wordt mijn eerste batch. Je zou denken, dat moet in een ochtendje kunnen. Nee dus. Je weet heus wel dat schoonmaken voor en na het brouwen veel tijd kost, of je nu 5 of 20 liter maakt, maar dat wordt met een dergelijk experiment weer pijnlijk duidelijk. 

Het schroten gaat in ieder geval heel vlug. En het pakket bevat maïsvlokken. Moeten die eerst gekookt of kan dat zo in de pan? Ik besluit het er maar gewoon bij te voegen, want het zijn toch vlokken? Er zit weinig maischwater in de pan en dat zorgt onmiddellijk voor problemen. Ik maisch elektrisch en met maar een paar liter in de pan is er een enorm temperatuurverschil tussen de laag vlak boven de bodem en de rest. Bij het roeren schiet de temperatuur dan ook alle kanten uit en de voeler van de thermometer mag de bodem niet raken want dat geeft hartverzakkende uitslagen. Ik kan er geen minuut meer vandaan, blijkt na mijn eerste korte pauze. Normaal internet ik tussendoor of ga wat de tuin in, maar dat gaat dus echt niet.

Ik besluit te spoelen tot zo’n 6 a 7 cm in de kookpan. Die paar extra liter ben je normaliter ook na 1,5 uur kwijt. En met mijn (oh, wat een heerlijke aankoop) refractometer zie ik dat mijn SG voor het koken al redelijk oké lijkt.

Het koken gaat vlot, maar aan het einde is er toch wel heel veel verdampt. Met de refractometer in de hand voeg ik vlak voor de laatste hopgift snel water toe. Geen idee wat het effect is op die kleine hoeveelheden.

Van tevoren had ik ook nog een 5 lt grensstreepje op het gistvat gezet. Dat haal ik net na koelen en het SG is 1067 (beoogd SG 1070). Daar ben ik toch wel tevreden mee, gezien de problematiek. Flink beluchten gaf al een schuimlaag dikker dan de inhoud van het vat en na toevoegen van het gist begon na 1.5 uur !!! het waterslot al te werken. Ja, daar neem je er een op.

Het opstarten van de lambic blend gaf zo nodig nog meer problemen. Ten eerste wil ik zoiets niet opkweken in mijn erlenmeyer vanwege de melkzuurbacteriën, maar in een weggooi pot. Dat zwenkt en schudt al veel lastiger en heeft geen waterslot. Het duurde erg lang voor het gist een levensteken gaf en dat was en bleef een matig teken. Uiteindelijk, tien dagen na de brouw er toch maar mee gelagerd, maar of het goed is gegaan, dat horen jullie pas over een jaartje of wat.

Proost,
Ben

Terug naar overzicht

Altbier: een stukje geschiedenis

tww april 2010
Door: Theo van de Voorde

Men neemt aan dat er in de streek rond het huidige Düsseldorf al in ongeveer 1000 jaar voor Christus bier werd gemaakt, en wel door de nazaten van de oude Neanderthalers, de Germanen. Zij geloofden dat de hemel een reusachtige brouwketel was en dat Thor, de God van de donder, de brouwmeester was. Als Thor luid zijn ketels schoonmaakte en poetste dan was er bliksem en als hij het wort aan het koken was, dan waren er wolken.

Men gaat ervan uit dat die allereerste brouwsels bijna zwart van kleur waren. Ze maischten met in stukken gebroken half afgebakken brood, dat gemaakt was van grof gemalen graan en die ze in warm water deden. Ze gaven smaak aan hun bier met wilde kruiden en honing en wachtten toen totdat het afgekoelde brouwsel spontaan aan het gisten raakte. Het bier, als we dat al zo mogen noemen, was donker van kleur en zuur van smaak, zo neemt men aan. Het heeft daarna nog zo'n 3000 jaar geduurd voordat de Duitsers het brouwen van een helder fris biertje onder de knie hadden.

Omdat de Germanen niet konden schrijven heeft het tot de komst van de Romeinen geduurd voordat er iets op schrift kwam te staan over bierbrouwen. Zo schreef ene Tacitus dat de Germaanse stammen een drank serveerden, gemaakt van gerst en rogge die vergist bleek te zijn en op wijn leek. En hij schreef ook dat ze hun graan voor het bierbrouwen opkweekten met een groter geduld en volharding dan men zou verwachten, gezien hun gewoonlijke luiheid.  Tacitus deelde dus duidelijk niet de huidige mening over de Duitsers dat ze een hardwerkend en vlijtig volk zijn.

De Romeinen vonden het bier overigens niet erg lekker en ze introduceerden de druif in het Rijnland, opdat ze op hun veroveringstochten konden doen wat ze gewend waren: wijn drinken.

In de Germaanse huishouding verbouwden de mannen het graan en de vrouwen kookten en brouwden het bier. Later begonnen ook de monniken en nonnen bier te brouwen maar zij pakten het meer wetenschappelijk aan: ze experimenteerden met nieuwe technieken en ingrediënten en noteerden systematisch al hun ervaringen. In dit proces ontdekten ze de hop, die ze als bitterstof en als houdbaarheidsmiddel gingen gebruiken. Hierdoor konden ze een kwalitatief beter bier brouwen. Toen de vraag naar hun bier begon toe te nemen vergrootten ze ook hun brouwinstallaties en er ontwikkelden zich ook specialisten in het bierbrouwen. Toch was al het bier wat ze brouwden bovengistend.

De feodale heren ontdekten ook het bierbrouwen en ook zij begonnen in hun hoven een brouwerij: het hofbrau­haus was geboren. Deze aristocraten interesseerden zich echter meer in de opbrengst van hun brouwerijen dan in de kwaliteit van het bier dat er gebrouwen werd, en ze waren dus lang niet zo succesvol in brouwen als de monniken. Hofbrouwers gebruikten niet alleen gerst, tarwe en rogge maar ook gierst, erwten en bonen in hun maischketels.

Om vieze smaken te voorkomen werden de bieren gekruid met kalk, roet, de inhoud van de galblaas van een os, zelfs hardgekookte eieren werden toegevoegd. Vooral in Beieren was deze handelswijze er de oorzaak van dat er regels kwamen voor het bierbrouwen. En zo werd in 1516 het Reinheitsgebot afgekondigd, wat echter alleen in Beieren gold. Dit gebod is de oudste, nog steeds geldige, voedselkwaliteitswet in Duitsland. Het Reinheitsgebot was vooral van belang voor de Beierse bieren die in de zomer gebrouwen werden. Tijdens de wintermaanden waren de bieren van een veel betere kwaliteit. Hoewel ze dus niet wisten wat de oorzaak was van de slechte kwaliteit van de bieren die in de zomer werden gebrouwen, werd er toch weer nieuwe wet afgekondigd: een verbod om te brouwen tussen 23 april en 29 september.

Dat was in 1553. Het is duidelijk dat deze wet de productie van lagerbier bevorderde. Beierse brouwers konden gewoon geen bovengistende bieren brouwen gedurende de winter. Het belang van deze twee wetten is cruciaal om de Duitse biergeschiedenis te begrijpen. Deze wetten veroorzaakten een breuk tussen de brouwers in het zuiden en die in het noorden van Duitsland. In de eeuwen die volgden verbeterden de Beierse brouwers de kwaliteit van hun lagerbieren zodanig dat ze in staat waren de hele wereld te veroveren en thans zijn lager- of pilsnerbieren het meest gedronken op de hele wereld.  In het Noorden daarentegen, waar de zomers koeler waren gingen de brouwers door met brouwen van bovengistende bieren.

De monniken en de nonnen  kregen navolging van ondernemende stadsbewoners. Deze mensen hadden zich vaak verenigd in gilden en deze vertegenwoordigden de eerste professionele brouwers in Duitsland. De brouwerijen waren eerst gevestigd in (meestal houten) huizen. Maar omdat er nogal vaak brand ontstond, vaardigde men wetten uit die niet alleen het brouwen van bier, maar ook het bakken van brood verbood in houten huizen. Daarom werden er gemeentelijke bak- en brouwhuizen van steen gebouwd,  waar bij toerbeurt werd gebakken en gebrouwen. Al snel kwam men erachter dat het slimmer was om het werk te laten doen gehuurd personeel, en dat waren toch vaak weer de bakkers.

In de middeleeuwen waren de steden centra van handel die op een moment rechten kregen van de edelen om hun eigen wetten te maken, munten te slaan, belasting te innen, etc. Tegen het einde van de twaalfde eeuw was het recht om bier te bouwen dan ook volledig in handen van de steden.

Düsseldorf is in 1288 opgericht door de graaf van Berg, Adolf de Vijfde, om een tegenwicht te vormen voor het machtige Keulen. In de volgende paar eeuwen neemt de bevolking van de stad geleidelijk toe tot het moment waarop de stad de zetel werd van het het gouvernement van het huis van Berg en de invloed van Keulen geleidelijk verminderde.

In 1540 waren al 35 brouwers actief in Düsseldorf en in 1622 werd er een bakkers- en brouwersgilde opgericht. Het huis aan de Bergstrasse nr 1, vandaag de dag de beroemde brewpub Uerige, werd gedeeld door een bakker en herbergier en de oprichter van Uerige was ook een bakker met brouwersbevoegdheid.

Omdat de Beierse brouwers een Reinheitsgebot hadden voor hun ondergistende bieren besloot de graaf van Berg dat er voor de bovengistende bieren in Düsseldorf ook een Rheinheitsgebot moest komen. Dat was in 1706. En in 1709 ging hij nog verder door af te kondigen dat een vat bier pas getapt mocht worden als het bier tenminste enkele dagen oud was, helder was en geen sediment bevatte. Om de standaard van de Düsseldorf brouwers nog verder te verhogen beperkte hij het lidmaatschap van het Düsseldorfse Gilde in 1712 tot uitsluitend bierbrouwers. Dit beperkte het aantal leden tot 57 maar in 1768 was het weer gegroeid tot 94 leden.

Aan het gilde kwam abrupt een einde toen in 1797 Napoleon het Rijnland veroverde. De zwager van Napoleon die werd aangesteld als gouverneur vaardigde een decreet af dat alle vakverenigingen verbood. Maar toen Napoleon in 1815 werd verslagen bij Waterloo werd het Rijnland aan Pruisen gegeven en de heren van Pruisen continueerden dit verbod om de nieuwe Pruisische stadsbewoners gelijke kansen te geven om hun vak uit te oefenen.

Omstreeks 1830 was er een zwakke poging om het lagerbier in Rijnland te introduceren, toen de bankgigant Rothschild besloot om een uiterst moderne lagerbrouwerij op te richten in Keulen. Dit mislukte echter omdat de lagerkelders niet goed gekoeld konden worden. De brouwerij werd toen maar omgebouwd tot een suikerfabriek.

In het jaar 1838 vond de opening plaats van de oudste, nog steeds bestaande brouwpub in Düsseldorf, de brouwerij Ferdinand Schuhmacher. De oprichter, Mathias Schumacher, maakte ook de traditionele bovengistende bieren, maar hij voegde meer hop toe dan toen nodig werd geacht, maakte bier sterker en begon te experimenteren met het laten rijpen van het bier in houten vaten.
In zijn vernieuwingen liggen de wortels van het moderne altbier: een robuust,  koperkleurig, langzaam vergist en koud gelagerd bier.

In 1871 was de brouwerij uit zijn krachten gegroeid en werd er een nieuwe brouwerij gebouwd aan de Oststrasse 123, waar heden ten dage nog steeds altbier wordt gebrouwen. In Düsseldorf waren in 1860 ongeveer 100, meestal kleine brouwerijen actief. Aan het eind van de eerste wereldoorlog was het aantal gedaald tot de helft en aan het einde van de tweede wereldoorlog was het aantal verder gedaald tot 18, en daarvan zijn er nu nog 3 grote brouwerijen en 4 brouwpubs over. Maar toch krijgt het Rijnland de eer om een 3000 jaar oude Duitse biercultuur in stand te houden terwijl in bijna de hele wereld lagerbier wordt gemaakt.

Terug naar overzicht

Tripel

tww april 2010
Door: Theo van Eijden

Op de clubavond van februari heb ik een presentatie en proeverij gehouden over Tripel. Dit artikel zal nog wat verdere diepgang aan dit onderwerp geven.  Twee soorten bier komen qua karakter dicht bij elkaar. Dat zijn de Sterke Blonde en de Tripel. Een voorbeeld van het eerste type is de Duvel; van de tweede soort de Westmalle tripel. Een Sterke blonde is herkenbaar aan de DMS (dimethylsufide) en is een erg bleek bier. De Tripel is meer kruidig en de kleur is blond tot amber.

Historie

De typeaanduiding Tripel komt uit Vlaanderen. De oorsprong van de term is onbekend. De twee belangrijkste theorieën zijn dat het woord Tripel de sterkte van het bier weergeeft. Hoe meer kruisen, hoe sterker het bier.  Mogelijk verwijst het naar het alcoholpercentage, respectievelijk 3, 6 en 9%. Volgens Michael Jackson is de eerste Sterke Pale Ale die geassocieerd kan worden met deze aanduiding,  gebrouwen in de vroege jaren 1930 door Hendrik Verlinden van “De Drie Linden”  brouwerij  te Brasschaat.  In die tijd zochten brouwers naar een bier om te concurreren met de bleke lagers uit Zuid Duitsland. In 1932 heeft Verlinden voor eigen brouwerij een Sterke Pale Ale geproduceerd onder naam Witkap Pater. Dit bier is nu bekend onder de naam Witkap Tripel van brouwerij Slagmuylder in Ninove. Deze brouwer heeft het merk overgenomen na sluiting van de brouwerij “de Drie Linden” . Verlinden adviseerde in die tijd de paters van Westmalle, en zij kwamen met hun Tripel onder de naam Superbier. Het was een sterk blond bier en was zeer waarschijnlijk gebaseerd op een blond bier van de monniken. In 1956 werd het recept aangepast door broeder Thomas, de toenmalige het hoofdbrouwer van Westmalle. Er werd meer hop toegevoegd en het kreeg toen de naam Tripel. Het recept is sinds die tijd ongewijzigd gebleven. De stijl van Westmalle Tripel’s en de naam is op grote schaal gekopieerd, bijna iedere brouwer heeft een bier van dit type in zijn programma. Westmalle stond aan de basis en wordt wel “de Moeder van alle Tripels “ genoemd.

 

Technische eigenschappen Tripel

  • Gisting       Bovengistend
  • Alcohol      7,5 tot 9,5 vol.%
  • SG            1065 – 1080 g/cm3
  • Kleur         10-25 EBC, blond tot amber
  • Bitterheid   25-35  EBU

 

Ingredienten en recept

Mout

  • 66 gew% pilsmout 3,5 EBC
  • 13 gew% tarwevlokken 4 EBC
  • 4 gew% Munich mout 20 EBC (dit geeft de  kleur!)
  • 17 gew% kandijsuiker of rietsuiker

 Maisch: 3 liter per kilogram inmaischen.

  • 52 °C - 10 minuten
  • 63 °C - 30 minuten
  • 73 °C - 20 minuten
  • 78 °C – 5 minuten

Koken: Kooktijd 75 minuten.

  • Hop: Duitse hopsoorten Tettnang, Saaz, Hallertauer of Goldings
  • In drie maal toevoegen, bij aanvang koken 14 gram 5% α, na 30 minuten 18 gram 5% α en als laatst na 60 minuten Saaz hop 9 gram 5% α als aroma hop toevoegen.
  • De kruiden 5 minuten voor einde koken toevoegen, ½ pitje kardemon ( niet meer!!), 1 gram sinaasappel rasp (gedroogde schil mag ook) en natuurlijk de koriander 4 gram. Alle hop en kruiden zijn voor  10 liter.
  • Vergisting: Wyeast 3944 Begian White, 3787 Trappist High Gravity , 3522 Belgian Ardennes (La Chouffe)

Voetnoot

In het boek van Michael Jackson “Grote Belgisch Bieren” kwam ik een opmerkelijke passage tegen over de vergisting van de Westmalle Tripel. De tripel heeft  na de hoofdvergisting een tweede trage vergisting van vijf weken op een temperatuur van 8 tot 10 °C. Dit zou een belangrijk onderdeel van het productieproces zijn. Het bier wordt gefilterd, gesuikerd en opnieuw gegist. De suiker komt er dus pas in deze fase van het proces bij! In beide fasen wordt dezelfde gist gebruikt, dus het nut van filteren is beperkt, overhevelen zou dus ook kunnen volstaan. Na bottelen volgt nog een gisting op fles  van drie weken.

 

Terug naar overzicht

Seizoensgisten van Wyeast

tww april 2010
Door: Rob Hagen

De gistproducten van Wyeast behoeven nauwelijks een nadere introductie. Vrijwel iedere amateur-brouwer heeft ooit in zijn brouwloopbaan wel een smackpack platgeslagen of fijngeknepen, geduldig gewacht tot het vuistdik werd, om tenslotte de inhoud eruit te gieten en te gebruiken voor het vergistingsproces. Mocht je ondanks je brouwervaring niet bekend zijn met deze praktijk, dan kun je een videofilmpje daarvan bekijken op de website van Wyeast (http://www.wyeastlab.com/hb_smackpack.cfm).

smackpack van Wyeast

Wyeast levert gist aan bedrijven over de hele wereld. Niet alleen als grondstof voor bier, maar ook voor wijn, cider, saké en zelfs gedistilleerde dranken. Voor het bier zijn we aangewezen op zo’n vijftig soorten gist. Elk daarvan heeft een uniek nummer van vier cijfers. Grofweg zijn er vier hoofdcategorieën, te weten:

  • de bovengistende bieren (ales): nr. 1000-1999;
  • de ondergistende bieren (lagers): nr. 2000-2999;
  • de Belgische bovengistende bieren (belgian ales): nr. 3000-3999;
  • de wilde gisten (lambics): nr. 5000-5999.

Tot zover nog niets nieuws onder de zon. Minder bekend is dat Wyeast elk kwartaal een zogenaamde Private Collection uitbrengt. Dit zijn drie soorten gist van verschillende herkomst, bijvoorbeeld uit de eigen collectie of van bijzondere brouwerijen. Voor dit kwartaal, dus tot en met eind juni, betreft dit de onderstaande soorten:

Wyeast 3538-PC Leuven Pale Ale Yeast

  • Omschrijving: bovengist met een uitgesproken smaak die een kruidig karakter combineert met milde estertonen. Fenolen die tijdens gisting worden gevormd, kunnen vervliegen. Voor Belgische pale ale, blond, dubbels en tripels is deze gist een aanrader.
  • Alcoholtolerantie: 12% (gebaseerd op volume) Uitvlokking: hoog
  • Vergistingsgraad: 75-78%
  • Vergistingstemperatuur: 18-27 °C

Wyeast 3864-PC Canadian/Belgian Ale Yeast

  • Omschrijving: alcoholtolerant gist geschikt voor bieren met de complexe smaak van Belgische abdijbieren. Bananen- en fruitesters zijn duidelijk waarneembaar. Licht fenolisch en zurig. Esterniveaus lopen op met de hoogte van de vergistingstemperatuur en het soortelijk gewicht.
  • Alcoholtolerantie: 12% (gebaseerd op volume)
  • Uitvlokking: medium Vergistingsgraad: 75-78%
  • Vergistingstemperatuur: 18-27 °C

Wyeast 5151-PC Brettanomyces claussenii

  • Omschrijving: zogenaamde wilde gist, geschikt voor lambiek, geuze, fruitlambiek en Vlaams rood. Geeft bier een fruitig karakter met een overheersende geur van ananas en tropisch fruit.
  • Alcoholtolerantie: 12% (gebaseerd op volume)
  • Uitvlokking: laag
  • Vergistingsgraad: 80%
  • Vergistingstemperatuur: 15-24 °C

De Private Collection van Wyeast is dus iets om ieder kwartaal in de gaten te houden. Nadeel daarbij is wel dat het nog niet zo goed gesteld met de verkrijgbaarheid van deze bijzondere soorten gist. Een vluchtige check van een aantal websites bracht bij mij het beeld naar boven dat alleen Van der Kooy in Jubbega de genoemde soorten gist levert. Mijn bestelling van één van de gisten is al onderweg. Dus binnenkort kan ik me van geluk in de handen knijpen. Met de nieuwe smackpack van Wyeast ertussen.

Met dank aan Theo van de Voorde, die de redactie tipte over deze informatie.

Terug naar overzicht

Brouwerijbezoekjes

tww april 2010
Door: Dean Southall

Een korte impressie van bezoekjes aan drie brouwerijen.

Amsterdam

De Prael is verhuisd van de buitenkant van Amsterdam naar de walletjes. Amsterdam is die buurt aan het opknappen. De Prael kreeg wel steun van de gemeente om te verhuizen. Zij hebben een mooi proeflokaal met hun bieren. Zij hebben overal tapijten en LP's van de smartlappen van lang geleden. Ik, als Engelsman, heb geen flauw idee wie zij waren! De nieuwe lokatie, naast de brouwerij om de hoek, wordt verbouwd. Wij kregen een persoonlijk rondleiding, niet van de brouwer maar wel van Marcel Snateren. Hij had wel een paar proefbrouwsels van 20 liter aan het borrelen naast de ketels van De Prael. De rondleiding was leuk en wij kregen de turbo rondleiding want hij wist dat wij al veel van brouwen weten. De brouwer kwam naar ons aan het eind van de toer en wij dronken wat lekker 'bright' beer van een Johnny die aan het gisten was :-). Heerlijk!

Texel

brouwhuis Texelse bierbrouwerijDe “Haagse Brouwers” wilden wel een keertje naar Texel. Wij zijn vorig jaar naar de Lekkerste Bokbier van Nederland proeverij geweest bij La Trappe, waar Texels bock gekozen was als lekkerste bokbier.

Wij vertrokken om 9 uur op zaterdag 27ste maart. Wij zijn langs Staals Speciaals geweest omdat het onderweg was. Een leuke winkel. Het is niet helemaal klaar. De vooraad is niet erg groot, zoals Brouwmarkt, maar is aan het groeien. De eigenaren waren heel aardig en wij hadden geen probleem om de 10% tWortWat! korting te krijgen.

De boottocht was slechts 20 minuten, net genoeg tijd voor een bakkie! Wij reden eerst naar de Boei brouwerij met een 500 liter brouwerij en een distileerderij. De rondleiding was 5 Euro en heel interessant. De brouwerij was mooi met Mondriaan-achtig betegelde muren en houten plafond. Zij maken 4 verschillende bieren, inclusief Windkracht 10, een 10% barley wine.

Tien minuten later met de auto waren wij bij de Texel brouwerij. Wij kregen een heel warm welkom toen wij naar binnen liepen. Een leuk proeflokaal, mooi geschilderde muren, alsof je buiten zat in de duinen. Het was ontzettend druk met rondleidingen. Wij kregen wel een erg leuke rondleiding van de brouwer. Er was ook een mini-bierproeverij van vier van hun lekkere biertjes.

Tijd om iets te eten. Dat deden we bij de 12 Balcken, Weverstraat 20, Den Burg. Het eetcafe was onzettend druk. Het eten was lekker en ze hadden een aantal lekker bieren, waaronder drie die zijn gebrouwen door onze eigen Erik Bouwman. Zij hadden ook SNAB Ezelenbok, SNAB Otter IPA en ook Great Divide Titan IPA van het vat. Great Divide komt uit Denver in de VS en de prijs was vergelijkbaar met de andere bieren.

Maandag 29 maart

zijn we naar Emilisse gegaan. Twee uur met de trein uit Den Haag en een half uur met de bus en dan tien minuten lopen. Wij vonden Kees Bubberman een heel aardige man. Een leuke locatie met parkeerplekken aan de voorkant en een terras aan de achterkant (lijkt op een Engelse kroeg). Kees was een kok en dus de keuken bij de 'brewpub' zag er indrukwekkend uit. Je kan de brouwketel zien als je binnenkomt in de bar/restaurant. We kregen een glas van zijn nieuwe rauchbier te proeven. Lekker. Een subtiele rooksmaak.

Groeten van Dean.

Terug naar overzicht

Alweer een pareltje

tww april 2010
Door: Ronald van Boven

Fietsen langs Brouwerijen is de titel. Het is de beschrijving van een 700 km lange bierroute in afzonderlijke etappes door Nederland, België en Frankrijk. 

België is met zijn honderden biersoorten natuurlijk het bierland bij uitstek. Maar ook in Noord-Brabant en Zuid-Limburg en het departement Nord in Frankrijk zijn er tal van brouwerijen waar een heerlijk bier wordt gebrouwen.

Na een korte inleiding over het bierbrouwen, worden in deze gids ruim dertig bierbrouwerijen beschreven en worden er een twintigtal bezocht. Niet alleen microbrouwerijen maar ook de giganten als Dommelsch en Jupiler worden niet vergeten. De route loopt langs interessante plaatsen waaronder Hasselt, Valkenburg, luik, Durbuy, Dinant, Rochefort en Chimay.

Buiten deze toeristenoorden vindt je er als fietser, op de rustige, fietspaden en wegen volop natuurschoon, zoals dat zo mooi heet. Ook is er veel praktische informatie voor onderweg. De mooie routekaarten zijn in kleur en een heldere routebeschrijving leidt je, na gedane inspanning, naar een wel verdiend biertje.

De totaal veertien trajecten lopen van Eindhoven – Bochholt – Hasselt – Maastricht – Slenaken – Luik – Derbuy La Roche-en-Ardenne – Rochefort – Dinant – Chimay – Erquelinnes – Jenlain – St-Armand-Les-Eaux naar Pipaix. Als toetje wordt Brussel aangehaald, ondanks dat deze niet op de route ligt, maar zeker als ”bierhoofdstad van de wereld” niet mag ontbreken. 

Er wordt ook aandacht geschonken aan tips voor kortere routes en openbaar vervoer.

Dit boek is uitermate geschikt om een tochtje in de lente, zomer of op een mooie herfstdag uit te proberen. Ik zou zeggen: fiets op de trekhaak en gaan. 

De gids is geschreven door Rutger van den Hoofdakker.
Uitgegeven door uitgeverij Elmar bv te Rijswijk - 2005ISBN 90389 1597 7

Terug naar overzicht

Maandbier en ander geneuzel, clubavond maart 2010

tww april 2010
Door: John Gouwerok

Wat is er aan de hand in 't Wort Wat! land, crisis??? Het lijkt al bijna het vorige decennium dat er maandbier op tap was op de gewone clubavond. Zijn de leden niet meer geïnteresseerd in die prachtige maandbierwisselkei of wordt het wort niet meer gebrouwen door de leden?

Er was wel een vraag door twee deelnemers of er ook flesjes kunnen worden ingeleverd; ik wil daar wel over denken en laat jullie dat weten na de grote vakantie maaaar... dan moet het wel minstens een kratje zijn om er nog een wedstrijd van te maken, het gaat tenslotte niet om niks!

Jan W-Theo V-Erik D –Erik B-Ernst M-Jan Willem F- en nog veel meer van deze handige brouwers zijn altijd bereid om vragen over het vullen van biervaatjes van zijn geheimen te ontdoen. Ik hoop dan ook dat er voor de vakantie toch nog wat aanmeldingen komen voor maandbier op tap, zodat er dit jaar nog een competitie is en dat we de kei niet uitreiken op basis van doelsaldo of de lengte van een strootje.

Ik hoor het wel maar laat van je horen, of is dit een stilte voor de storm...

dit was het weer,
jullie uitbater John

Terug naar overzicht

Jan's Kruidenhoekje (11)

tww april 2010
Door: Jan Wurpel

Mijn kruidenhoekje is deze keer anders dan dat jullie van mij gewend zijn. Toen ik met het schrijven van deze artikelen begon heb ik mij voorgenomen om eerst al die kruiden te behandelen waarvan in diverse publicaties te vernemen was dat zij tot het historische gruit behoorden. Ik wil deze serie over gruit dan ook afsluiten met een laatste artikel over ‘slangekruid’.Slangekruid Ik zal proberen om nog meer artikelen te schrijven over het gebruik van kruiden in het bier, maar die vallen dan niet in de categorie historisch gruit. Of ik het dan red om elke maand een artikel te kunnen schrijven is voor mij nog even de vraag. Ik ga mijn best doen.

Waarom is dit artikel dan anders? Omdat het veel korter is dan alle voorgaande artikelen.

De reden daarvoor is dat er niet veel over slangekruid gepubliceerd is. En zeker niet in relatie met bier! Ik heb vele uren het internet afgestroopt, ook Engelstalige artikelen, maar kom geen verwijzigingen met huidige bierrecepten of andere gastronomische objecten tegen. Dat betekent voor mij dat ik van dit kruid geen verwijzigen kan geven naar recepten van bier, andere dranken of eten.” Het lijkt mij zelfs een wat gevaarlijk kruid.

Om toch volledig te blijven m.b.t. tot het historisch gruit hierbij dan toch de behandeling van het vermeende kruid 'Slangekruid'.

Serpentijn

Serpentijn ofwel Slangekruid –(Echium vulgare)

Botanische naam:

Echium is afgeleid van Echis (Grieks) en betekent "slang/otter". Dit blijkt uit de slangebek-vormige bloem waaruit de stijlen uitsteken als zijnde een gespleten tong. Vulgaris (Latijn) betekent "gewoon".

Familie:

(Boraginaceae)

Behoort tot de Tweezaadlobbigen Asterachtige bloemplanten1, Ruwbladigenfamilie.

Volksnamen

Nederlands/Belgisch:

Slangekruid

Engels

Viper's bugloss, Blueweed, Blue Devil, Blue thistle

Duits

Natterkopf

Frans

Vipérine

SlangekruidBotanische kenmerken

Stengel dicht kort behaard en met verspreide, langere, op witte of bruine knobbels staande haren. Onderste bladen langwerpig tot lancetvormig, in de steel versmald; stengelbladen lancet- tot lijnlancetvormig, zittend.

Opmerkelijk bij deze plant is dat ze kunnen voorkomen in drie verschillende bloemkleuren op één en dezelfde plant. Het is namelijk zo dat ze in eerste instantie rood gekleurd zijn, na een tijdje gaan ze over naar lila-paars om uiteindelijk haar cyclus af te sluiten in een fel blauw kleurtje, dus de bloemetjes van het eerste uur zullen ook als eerste de mooie blauwe kleur krijgen, de latere zullen misschien nog in een vroeger stadium verkeren en bijgevolg een andere kleur vertonen. Feit is wel dat deze plant, door haar verscheidenheid van kleur, de speciale aandacht zal trekken. De bloemen kennen een afmeting van 10-20 mm lang, dubbel zo lang als de kelk. Meeldraden steken ver buiten de bloemkroon. Alleen de roodachtige bloemen bevatten honing. De plant krijgt daardoor veel bezoek van allerlei insecten, vooral van allerlei bijen. De geopende bloem met zijn naar voren gestoken, gespleten stijl lijkt wat op een slangenkop met uitgestoken tong. Vroeger dacht men dat de plant geneeskrachtig werkte bij slangenbeten. Bloeitijd mei/juni tot september.

De plant is een waardplant2 voor Cynaeda dentalis (enige waardplant), Coleophora onosmella, Coleophora pennella, distelvlinder (Cynthia cardui), Ethmia bipunctella, Lobesia abscisana, Lobesia artemisiana, Tinagma balteolella, Tinagma ocnerostomella en het motvlindertje Douglasia ocnerosto mella.

Het slangekruid wordt bestoven door honingbijen, hommels en door wilde bijen als de andoornbij, geelgespoorde houtmetselbij, gouden metselbij (Osmia aurulenta), grote wolbij (Anthidum manicatum), kleine wolbij (Anthidium punctatum), nepetabij (Anthophora quadrimaculata), slangekruidbij (Osmia adunca), witte rouwbij (Melecta luctuosa) en zwaluwbij (Osmia anthocopoides).

Teelt en oogst

Slangekruid (Echium) behoort tot de familie van de ruwbladigen (Boraginaceae). De behaarde bladeren vormen rozetten aan de voet van de bloemstengels.

Groeit op droge kalkrijke en fundamentele gronden grond, zand, duinen. De soorten zijn niet geheel winterhard. Ze moeten in de winter beschermd worden of binnen worden gehouden. De meeste soorten groeien van nature op het eiland Madeira, op de Canarische Eilanden en in Australië. Daar schommelt de zomer- en wintertemperatuur niet zo sterk als in Nederland. Op de eilanden bloeit het kruid vrijwel onafgebroken. Bij ons bloeit slangekruid voornamelijk aan het begin van de lente tot einde zomer. Echium houdt van een warme temperatuur en moet beslist niet te veel water krijgen, anders groeit het kruid uit in een grove vorm. De grond moet niet te rijk zijn, ook dan treedt vergroving in groeivorm op.

Soorten slangekruid

Soort

Bloemkleur

Hoogte (cm)

Bijzonderheden

Echium candicans

saffier violet

180

Met breed zwaardvormig blad, grijs viltig behaard. Groeit breeduit.

Echium pininana

lavendelblauw

300

Is tweejarig. Na de bloei sterft de plant af. In het eerste jaar worden alleen bladeren gevormd.

Echium plantagineum

blauwpaars, soms rood

60

Is één- of tweejarig. Bloemstengel groeit vanuit een wortelrozet. Bladeren tot wel vijftien centimeter lang.

Echium thyrsiflorum

licht lavendelkleurig

150

Lijkt op E. candicans. Heeft langere bloemstengels. Groeit warrig.

Echium vulgare

violetblauw, roze, wit

100

Komt in het zuiden van Europa van nature voor. Tweejarig.

Echium webbii

diepblauw

150

Met lancetvormig blad. Fraaie bloemslingers

Echium wildpretii

koraalroze

200

Tweejarig. Zilverkleurig blad op rozet.

Geschiedenis, sagen en volksverhalen.

Volgens de lijfarts van de romeinse keizer Nero, DioscoridesSlangekruid, hielp de wortel, indien met wijn gedronken, tegen slangenbeten. Het verhaal gaat dat het eten van de bladeren het seksueel verlangen stimuleert.

Sensorische kwaliteit

Inhoudsstoffen

  • Pyrrolizidine alkaloiden.
  • De wortels bevatten de genezende agent allantoïne.
  • Echium wordt verbouwd als een oliehoudend gewas als gevolg van de vetzuren­samen­stelling van het zaad olie. Net als bernagie en teunisbloemolie, bevat het grote hoeveelheden gamma-linoleenzuur (GLA), maar het bevat ook de zeldzamere Stearinezuur zuur (SDA).

Actieve delen

  • Jonge bladeren.
  • De wortel.

Gebruik van het kruid

Rauwe of gekookte kunnen worden gebruikt als een vervanging voor spinazie. Hoewel ze enigszins harig zijn kunnen ze fijn gesneden als aanvaardbaar onderdeel van een gemengde salade fungeren.

Jonge blaadjes kunnen in bescheiden mate in de sla worden verwerkt. De plant bevat pyrrolizidine alkaloïden en dient daarom niet inwendig gebruikt te worden. Het sap kan gebruikt worden voor compressen bij steenpuisten.

De belangstelling voor slangekruid is de laatste tijd echter afgenomen. Dit is deels te wijten aan gebrek aan belangstelling voor het geneeskrachtige potentieel van de plant en deels aan de inhoud van pyrrolizidine alkaloïden die geïsoleerd giftig zijn.

De wortel is in het verleden gebruikt als basis voor rode verf.

Waarschuwing: er zijn onbevestigde rapportages over de toxiciteit van slangekruid.

Geraadpleegde bronnen:

  • www.plantaardigheden.nl
  • http://nl.wikipedia.org/wiki/Slangekruid
  • http://www.neerlandstuin.nl/plantenb/echium.html

1Asterachtige bloemplanten vormen een grote, gevarieerde groep. De bloemen hebben vaak één symmetrie-as (tweezijdig symmetrisch). Indien er kroonbladen aanwezig zijn, zijn deze vergroeid, vaak met 4-5 slippen. Er zijn evenveel meeldraden als kroonslippen, of minder. Meestal is een kelk aanwezig, maar in sommige families is deze afwezig of aanwezig in de vorm van haren of schubben. Tot de Asterachtige bloemplanten behoren de soortenrijke Composieten (o.a. Madeliefje, Paardebloem en Zonnebloem), maar ook de Lipbloemigen (o.a. Tijm en Lavendel) en Nachtschade-achtigen (o.a. Aardappel en Tomaat)

2Een waardplant of gastheer is een plant waarop een organisme of virus de bestanddelen vindt, die voor zijn groei (en vermeerdering) nodig zijn. Zo'n organisme kan een insect, rups, spint, schimmel, bacterie, halfparasitaire of parasitaire plant zijn. Parasitaire planten behoren o.a. tot het geslacht Bremraap. De maretak is een halfparasitaire plant.

Terug naar overzicht

Alt brouwerijen

tww april 2010
Door: Theo van de Voorde

Diebels

Traditie met Toekomst.

Geen kwestie - Diebels is eenvoudig anders.

Diebels - het donkere alternatief onder de Duitse Premium-bieren – wordt al sinds 1878 gebrouwen. Vestigingsplaats van dit kostelijke bier, dat bijna alleen door het kleurige uiterlijk iets bijzonders voorstelt, is het kleine stadje Issum aan de Rijn. 1878 vervulde Josef Diebels zijn droom en stichtte in Issum aan de Rijn zijn brouwerij.

In het begin van de 70er jaren van de vorige eeuw was Diebels een vooraanstaande regionale brouwerij, die bijna alle in Duitsland gebruikelijke biersoorten produceerde. Toen besloot de onderneming tot een strategie wijziging: er zou alleen nog maar Altbier gebrouwen worden. Dat was het begin van een spannende ontwikkeling van Diebels: de regionale brouwerij werd marktleider in de Altbier wereld.

Sinds de zomer van 2001 hoort Diebels bij de Interbrew Groep. Op 10 Juli 2005 heeft de omvorming in Duitsland van Interbrew Deutschland tot InBev Deutschland plaats gevonden. De onderneming maakt thans deel uit van InBev – het grootste brouwconcern van de wereld - die door de fusie van Interbrew en Ambev in het jaar 2004 plaats vond.

Vandaag de dag is Diebels een nationaal Premiummerk. Volgens de oorspronkelijke brouwmethode wordt in Issum een donker bier vervaardigd, waarvan de smaak steeds meer vrienden vindt. Bovendien kent men Diebels tegenwoordig ook ver over de grens van de Rijn. Diebels is zonder enige twijfel voor velen het enige echte alternatief.

De Hannen Brouwerij

Deze brouwerij blikt terug op een 285 jarige traditie. Sinds 1725 wordt Hannen Alt aan de Nederrijn gebrouwen. De brouwerij, die thans tot het Carlsbergconcern behoort, is onafscheidbaar aan de Nederrijn verbonden. In 1988 werd de Hannen brouwerij door het internationaal opererende Carlsbergconcern overgenomen. In juli 2003 verkocht Hannen de produktieplaats Mönchengladbach. Hannen Alt wordt toch nog steeds volgens het originele recept aan de Nederrijn gebrouwen.

Heinrich Frankenheim

In het jaar 1873 stichtte Heinrich Frankenheim een brouwerij in het hart van de Düsseldorfse Altstad en noemde hem “Met de Valk”. Het Frankenheimer Altbier was zo geliefd dat spoedig aan de Wielandstraat een nieuwe brouwerij gebouwd werd. Heden ten dage is daar nog steeds het proeflokaal en het is een geliefd trefpunt voor alle genieters en vrienden van het bier met de Valk. Van daaruit ontwikkelde het Frankenheim Alt zich tot een van de geliefdste Altbieren van Düsseldorf, van het gehele Rijnland en verder daarbuiten.

Heinrich Frankenheim plaatste in het teken van de Valk een Altbier dat thans nog volgens het originele recept gebrouwen wordt. Aan de overgeleverde bedrijfsfilosofie: “Niets is zo goed dat het niet verbeterd kan worden”, is gelukkig niets veranderd.

Voor het brouwen van een echte Altbierspecialiteit is veel meer nodig dan alleen een brouwketel. De Frankenheimse brouwmeesters letten er met zorg op dat in de Frankenheimse ketels alleen het beste komt wat de natuur te bieden heeft. De hoge kunst van het brouwen betekent zorgvuldig omgaan met grondstoffen van de natuur, teneinde een zo groot mogelijke kwaliteit te bereiken. Zo worden alle ingrediënten sinds generaties bij de oudste adressen ingekocht.

Daardoor onderscheidt Frankenheim zich niet door de een of andere hop maar door de beste kwaliteit. Dat geldt niet alleen voor de hoogwaardige zomer- en wintergersten die het Frankenheimer Alt zijn bijzondere goudbruine kleur verlenen, maar ook voor de edele gist uit eigen kweek. Het resultaat is een Frankenheimer Alt, onvervalst en helder, getrouw aan het originele recept uit 1873.

 
 

Terug naar overzicht