Artikelen
9 artikelen uit het clubblad van Oktober 2017
Terug naar overzicht | |
Van het Bestuur, oktober 2017 |
tww oktober 2017 |
Door: Erik Deelissen | |
Afgelopen clubavondVrijdag 29 september waren wij als club te gast bij Erik Bouman en zijn Brouwerij Klein Duimpje in Hillegom. Wij werden verwelkomd met een biertje, dat ter beschikking was gesteld door het bestuur. Elk lid kreeg een bonnetje om een biertje van de tap te nuttigen. Er werd daar natuurlijk gretig gebruik van gemaakt. Er werden rondleidingen gegeven om de uitbreiding van de brouwerij te bekijken. Natuurlijk was er ook gelegenheid om vragen te stellen over de nieuwe apparatuur. De inwendige mens werd niet vergeten en er werden diverse rondes met snacks geserveerd. Brouwdag 14 oktober 2017Bij het schrijven van dit artikel moet de brouwdag nog plaatsvinden. Deze brouwdag wordt een Sierra Nevada Ruthless Rye IPA gebrouwen. Een bier gebrouwen met onder andere rogge en dry hopping. Rogge kan een speciale touch aan je bier geven die ik moelijk kan omschrijven. I.v.m. de grote belangstelling voor onze brouwdagen kunnen wij niet meer dan 30 brouwers faciliteren. Komende clubavondDeze zal plaats gaan vinden op 27 oktober; Jos Haeck, de “Maltmaster” zal een presentatie gaan geven over mouterij The Swaen. The Swaen is een mouterij die speciale mouten produceert en zich toelegt op de markt van kleine en middelgrote brouwerijen. John Westerveld van brouwmaatje heeft ook The Swaen mouten in zijn assortiment. Je kunt deze mouten bij hem bestellen en op de clubavond overhandigd krijgen. Ook is er de mogelijkheid zijn winkel in bierbrouwbenodigdheden zelf te bezoeken. Het belooft een interessante en leerzame clubavond te worden Op deze clubavond wordt de Polderbok 2017 uitgereikt aan de leden die deze via de website besteld hebben, het motto ‘op is op’ wordt gehanteerd. Ook is er gelegenheid om de bieren voor de clubkampioenschappen in te leveren. Klasse B, D, en V zijn aan de beurt. Deze zullen gekeurd worden op de clubavond van november. Inschrijven kan alleen na inloggen op onze website. Je kunt daar ook de reglementen lezen, welke van toepassing zijn op de clubkampioenschappen. BelangrijkLees ook het artikel in dit clubblad van onze penningmeester. De inning van de jaarlijkse contributie gaat in 2018 via een automatische incasso, zoals besloten in de ALV 2017. Lees dit artikel aandachtig. |
|
Terug naar overzicht |
Automatische incasso jaarlijkse contributie |
tww oktober 2017 |
Door: Walter Bakker | |
Het betalen van de jaarlijkse contributie gaat veranderen. In de algemene jaarvergadering is besloten dat dit met ingang van het verenigingsjaar 2018 uitsluitend plaats gaat vinden door middel van een automatische incasso. De reden voor deze automatische incasso is dat het innen van de contributies op de oude manier een tijdrovende en vaak ook vervelende taak (vanwege de vele aanmaningen) is die door vrijwilligers moet worden uitgevoerd. Daarnaast is een automatische incasso goedkoper voor de vereniging, dus het levert de clubkas van onze vereninging geld op! Alleen de jaarlijkse contributie wordt geïncasseerd per incasso. Bijdragen voor andere activiteiten kun je blijven betalen met Ideal, een overboeking, en in een enkel geval contant. Uiterlijk 2 weken voor de incasso ontvang je een e-mail voor de incasso van de contributie. Verwacht wordt dan dat er voldoende saldo is en geen blokkades zodat er automatisch afgeschreven kan worden. Als je het niet eens bent met de afschrijving kan die tot 8 weken nog teruggeboekt worden bij je eigen bank middels een verzoek terugboeking. Wil je je lidmaatschap beëindigen? Conform de statuten van de vereniging moet het opzeggen van het lidmaatschap schriftelijk gebeuren (per brief of e-mail) vóór 1 november bij de secretaris. Degenen die al een getekend formulier hebben ingeleverd tijdens de jaarvergadering hoeven dit uiteraard niet nogmaals te doen. Walter Bakker |
|
Terug naar overzicht |
Craft Malt: een nieuwe ontwikkeling in de bier(r)evolutie |
tww oktober 2017 |
Door: Ben Jacobs | |
Vele ontwikkelingen komen uit de VS. Mooie boeken ook. De Amerikanen spreken tegenwoordig over de ‘BIG 4’ elementen van het bier! En in de boekenreeks ‘Brewing elements’ zijn alle 4 deze elementen vertegenwoordigd in 4 boeken die elk één van de big four behandelen: hop, water, mout en gist. Ze zijn niet allemaal heel gemakkelijk te doorgronden, maar vertegenwoordigen wel de basiskennis die je als brouwer in huis wilt hebben. Wij als twortwat redactie cie doen ons best ook wat te schrijven over de Big 4. Een gistspecial hebben we al gehad, en ook een special over giststarters. We hebben als vereniging geëxperimenteerd met hop; en er wordt nu voor osmose water gezorgd op de brouwdagen, zodat we ons ook kunnen verdiepen in het element water. En dan willen we eigenlijk ook de diepte in met mout. Omdat, als gezegd, de grootste stuwende kracht achter dit soort zaken uit de VS komt, gaan we daar als eerste eens naar kijken. En wat zien we: dat na de hop (de ontwikkeling van IPA die nog steeds niet stil staat), gist (sour ales en Saisons), houtlagering (je kunt bijna niet meer aan een wijn of bourbonvat komen), nu de diversificatie in mout aan de beurt is. Kleine mouterijen worden opgericht die lokaal geproduceerd graan gaan vermouten. En daarbij ontstaat een groep van zichzelf craft maltsters noemende ondernemers. Dit resulteert in een nieuwe revolutie naast die van het craft beer: mout als een van de BIG 4 ontwikkelt zich en de voordelen zijn groot voor de kleine brouwer die zich wil onderscheiden. Wat verstaan we onder ‘Craft Malt’?JEFF CIOLETTI zegt er het volgende over: 10 jaar geleden bestond het idee van een ‘craft maltster’ niet eens, laat staan dat er een handelsorganisatie voor was. Nu wordt craft malt als volgt gedefinieerd: ‘a finished malt product, produced from a variety of grains including, but not limited to, barley, wheat, rye, millet, oats, corn and triticale, the majority of which (more than 50 percent by weight) are made with locally grown grains (those within the region of the particular malthouse)’. En het craft malthouse is gedefinieerd als: een business die tussen de 5 en 10.000 ton aan craft malt per jaar produceert. En daarbij geldt de extra regel: niet meer dan 24% van een craft malthouse mag eigendom zijn van een niet aan dit vak gelieerde business. Voorbeelden: de familie Olander, omringd door de craft beer brouwers in Colorado, is overgestapt naar 2-rijige gerst en dan met name de Europese variëteiten. En de lokale brouwers vallen ervoor. Ze hebben een Duits Kaspar-Schulz moutsysteem aangeschaft en produceren nu Pilsmout, Pale Ale, Münchener mout en Vienna typen in 10-tons hoeveelheden. En dan is het zaak de mout te verbeteren. Ook anderen spelen in op de groeiende craft beer markt. Naarmate het aantal brouwers groeit, groeit ook de markt van speciaalmouten. Het meest lastige is het vinden van de juiste variëteiten die in de diverse klimaatzones van de States zich goed ontwikkelen tot granen bedoeld voor de mouterij. Riverbend malt house, North Carolina, produceert nu Pils- en pale ale mout, en maakt gebruik van 2 en 6-rijige mout uit North Carolina. Ook leveren ze een complex Münchener mout en deze pionier op het gebied van craft malting verdubbelt zijn capaciteit elk jaar! Het helpt als bekende brouwers je mout gaan gebruiken. Met deze mouten ontwikkelt zich een duidelijk zuidelijke stijl van bier (bezien vanuit de VS uiteraard). En zo zijn er meer voorbeelden te noemen. Mouters die op zoek zijn naar unieke smaaktypen en boeren aanzetten tot het proberen van Europese gerstvariëteiten om dit te bereiken en liefst lokaal. Met nieuwe technieken (soms nota bene ontstaan na een fout proces) komen ze tot mooie typen mout, waarmee ze de brouwerijen afgaan. En juist deze toegang tot de boeren, de gerstverbouwers, die deze mouterijen hebben geeft hen een reden van bestaan en groei. Uiteraard wachten grote mouterijen dit niet af. Rahr Malting bijvoorbeeld, is bezig met een moutfaciliteit in Minnesota met 6 mouterijen en een capaciteit van 455.000 ton! Maar de craft brewers en home brewers gaan steeds meer over tot lokale ingrediënten. Dus er liggen kansen voor boeren en nieuwe kleine mouterijen. Universiteiten springen in op deze vraag met onderzoek naar gerstvariëteiten, specifiek voor de biermarkt. En die ook goed gedijen in het lokale klimaat en in de aanwezige grondsoorten. En daarmee kunnen de kleine brouwerijen aan de slag. Burley Oak Brewing Company werkt nu rechtstreeks met de lokale boeren en mouterijen en al hun granen komen uit de directe omgeving van de brouwerij. Met dit soort ontwikkelingen wordt het gat tussen graan en het glas kleiner gemaakt. In Nederland is Gulpener daar ook een voorbeeld van! Mout is de basis voor bierstijlen en zorgt voor de juiste kleur, smaak en mondgevoel. Waar in het verleden mooie granen het aflegden tegen goed producerende soorten, worden deze mooie granen weer gezocht. Brouwers leren hun grondstoffen steeds beter kennen en willen weten waar het vandaan komt, welke 2-rijige gerst ze inkopen, want dat bepaalt namelijk het eiwitgehalte van je mout en je extractiegehalte. Noord-Amerikaanse gerst is anders dan de Canadese gerst. En de manier van mouten kan ook bepalend zijn voor de kwaliteit. Neem bijvoorbeeld een Brits type gerst als Maris Otter. Dan valt de invloed van de variëteit weg tegen de manier van mouten! De variaties in mout ontstaan dus bij de keuze van het gerst én bij de behandeling ervan. In de VS, waar de hop zo’n belangrijke rol speelt bij de craft beer brewers, is het onvermijdelijk dat de mouterijen een belangrijke rol spelen: alleen met een goede moutsmaak blijft een flink gehopt bier in balans. En we hebben het nu over basismouten, maar in de VS wordt ook flink gewerkt met kleine porties speciaalmouten als Special B, brown malt e.d., om meer complexe stijlen te creëren. Daar minder vaak meer is, en je de hoeveelheid verschillende mouten klein moet houden, is een goed onderzochte keuze tussen alle mouttypen een voorwaarde aan het worden voor het kunnen brouwen van een mooi bier. En daar zorgt de toenemende craft malt scene nu juist voor. Ben benieuwd of de drijvende kracht achter de vele nieuwe brouwerijen in Europa, en met name Nederland, niet ook gaat zorgen voor meer onderzoek naar gerst en nadere granen als moutvariëteiten. En wij daarmee onze sterke agrarische cultuur kunnen inzetten voor nog mooier bier in de toekomst. |
|
Terug naar overzicht |
Zuurmout |
tww oktober 2017 |
Door: Jan Grimbergen | |
Over zuurmout is veel gepubliceerd en elke amateurbrouwer weet inmiddels wel waarvoor het dient en waarom het werd ontwikkeld. Zuurmout dient in principe om de pH van het beslag optimaal te krijgen, liefst tussen 5 en 6 met een optimum van 5,5. Het brouwzaalrendement zal verbeteren, evenals de balans tussen geur en smaak. De Saison was prima van kleur en helderheid, conform de specificaties. Wat mij opviel was de fijnheid van het schuim. Dit had ik nog niet eerder zo ervaren, het leek wel room en bleef mooi aan het glas hangen. Ook viel mij op dat het koolzuurgehalte hoger was dan verwacht. Daar was ik blij mee omdat ik dat wel bij een Saison vind passen. De geur was lekker moutig en fris, de smaak was eveneens erg goed, mooi in balans met de geuren, het mondgevoel was aangenaam prikkelend en de afdronk had precies het bittertje waar ik op hoopte. |
|
Terug naar overzicht |
Zelf karamelmout maken |
tww oktober 2017 |
Door: Ben Uijtenhaak | |
Het aantal winkels voor hobbybrouwers neemt langzaam maar zeker toe en het aanbod is vandaag de dag enorm. Door de thuisbrouw-hype is de doorloopsnelheid groot en dus is versheid van de grondstoffen geen probleem. Vandaag besteld is morgen in huis. Het vergt wat inspanningen maar toch is het interessant om zelf je eigen unieke karamelmout te maken. Al is het maar ter lering en de vermaak. Uitgangspunt voor ons eigen karamelmout is een lichte basismout, zoals pilsmout, waarvan het watergehalte eerst weer op een zodanig niveau gebracht moet worden dat het mogelijk wordt om de enzymen hun werk weer te laten doen. Droge mout heeft een watergehalte van 5-10% maar voor de versuikering is 45-48% benodigd. In de praktijk kan dit bereikt worden door een afgemeten hoeveelheid water en mout in een kom of ovenschaal te doen en regelmatig te roeren tot het water volledig is geabsorbeerd. Dus voor 500g mout met 5-10% watergehalte (wat overeenkomt met 25-50g water en 475-450g drooggewicht) willen we naar 45-48%. Dit komt erop neer dat we tussen 365-415gram of milliliter water moeten toevoegen. Na ongeveer 4 uur heeft de mout net iets meer dan de helft van het water opgenomen. Het is dus het best om de mout al de avond van te voren in de week te zetten. Voor het slapen gaan het geheel nog even goed doorroeren. De volgende dag het overtollige water afgieten en bewaren om het later toe te voegen. Dek de kom af met een bord of met aluminiumfolie en zet deze vervolgens één uur in de oven, die is ingesteld op boven- en onderwarmte en 50 °C, gevolgd door 150-180 minuten op 60-75 °C. Houdt bij voorkeur de temperatuur met een goede thermometer in de gaten en keer elk half uur de mout onder toevoeging van het restant van het water. Tip: Steek de temperatuursensor van de thermometer in de mout om de temperatuur van de oven goed in de gaten te houden. De temperatuurregeling van de oven is veelal niet zo nauwkeurig en wil nog wel eens doorschieten. De 60-75 °C stap is, net als tijdens het maischen, nodig om de enzymen hun werk te laten doen en het zetmeel zo mogelijk volledig te versuikeren. In een mouterij gebeurt dit door het recirculeren van de hete lucht of in een extern verhitte gesloten trommel om de vochtigheidsgraad te behouden. Vanwege de ongunstige mout-water verhouding van 1:0,6 tegenover 1:3-4 tijdens het maischen, is de versuikering niet volledig en blijft er nog onversuikerde zetmeel in de karamelmoutkorrel achter. Dit wordt dan tijdens het latere maischproces alsnog omgezet in suikers. Tijdens de versuikering verandert het in het begin nog harde en taaie endosperm (ook wel: kiemwit) van de kern van de graankorrel in een enigszins stroperige substantie. Om dit te controleren kan je met een nagel in een korrel knijpen, waardoor de inhoud naar buiten komt. Op deze manier kan je zien hoe ver de versuikering gevorderd is. Zelfs na een uur of drie is de conversie nog niet volledig en is de kern van de korrel nog een beetje melig. Wanneer de versuikering voldoende is naar de maatstaven van de mouter wordt de mout gedroogd door de temperatuur geleidelijk op te voeren tot wel 150 °C waarbij hete droge lucht de waterdamp afvoert. Vervolgens roostert men de karamelmout bij 150-160 °C, tot de gewenste kleur bereikt is. Heel lichte karamelmout wordt slechts gedroogd en niet geroosterd. Zelf drogen en roosteren doe je ook in de oven. Het mooist is een heteluchtoven. Verspreid de mout op een vlakke bakplaat en verhoog langzaam elke 10 tot 15 minuten de temperatuur met 10 °C. Keer de mout regelmatig om de verdamping te bevorderen. Laat de ovendeur op een kier staan om de waterdamp te laten ontsnappen. Al aan het eind van het drogen, bij ongeveer 120 tot 130°C zal de mout al merkbaar donkerder zijn geworden. Blijf de temperatuur opvoeren tot 150 °C of stop eerder indien de gewenste kleur is bereikt. Wil je lichte karamelmout, droog de mout dan bij maximaal 100 °C, zonder te roosteren. Na het roosteren dient de mout snel te worden afgekoeld. Dit gaat het makkelijkst op een tweede, koele, bakplaat aan de open lucht. De gekarameliseerde massa in de moutkorrel zal stollen en wordt knapperig en bros. De smaak is nu moutiger en zoeter dan de pilsmout waar je mee begonnen bent. Zelf karamelmout maken is niet moeilijk maar neemt met weken, drogen en roosteren een hele dag in beslag en moeder de vrouw kan gedurende een uur of 6 geen gebruik maken van de oven. Het weken van de mout kan zonder toezicht gebeuren maar tijdens de versuikering en in het bijzonder tijdens het roosteren is regelmatig aandacht nodig om de mout te keren, de temperatuur te controleren en de eindkleur te bepalen. Je beloning is dan wel je eigen verse karamelmout die nergens te koop is, voor een nóg ambachtelijker gebrouwen bier!
|
|
Terug naar overzicht |
Nieuw in de bibliotheek |
tww oktober 2017 |
Door: Erik Pruisken | |
Session beers, brewing for flavor and balanceJennifer Talley, 2017, (1055)
Foam. Practical guides for beer quality, ASBC Handbook seriesCharles W. Bamforth, 2012, (1056)Een boek over de kwaliteitsaspecten van het schuim. ASBC= American Society of Brewing Chemists Overzicht van boeken en tijdschriften op websiteHet overzicht van de boeken en tijdschriften is te raadplegen op de website onder de kop Voor leden – Bibliotheek. Gebruik voor het zoeken F. Het is mogelijk (via [Reserveer]) op de website om een boek en of tijdschrift te reserveren. Verzoek tot aanschafWeet je een goed boek over bier brouwen voor de bibliotheek? Laat het ons weten! Website tipwww.bookdepository.com: Voor het bestellen van Engelse en Amerikaanse boeken. Ze zijn meestal goedkoop en berekenen geen verzendkosten. De snelheid van levering wisselt.
|
|
Terug naar overzicht |
Maandbier en ander geneuzel, clubavond 29 september 2017 |
tww oktober 2017 |
Door: John Gouwerok | |
Voor de eerste clubavond na de vakantie waren we uitgenodigd bij Klein Duimpje, de brouwerij van Erik Bouman (ooit winnaar van de maandbierwisselkei en Nederlands kampioen amateurbrouwer), begonnen bij en nog altijd lid van 't Wort Wat. Het is voor de brouwerij, zijn vrienden, deelnemers, drinkers, brouwers en oprichters een bijzonder jaar. Ze bestaan al weer 20 jaar. Dat is niet zomaar gegaan en dat willen ze graag met ons delen. Vandaar een uitleg en een rondleiding over de vooruitgang en info over de stand van de brouwerij, het nieuwe logo in een nieuwe stijl, zonder kabouter en helemaal van deze tijd. Dit alles onder het genot van een biertje uit het uitgebreide assortiment van de brouwerij. Ik was wat later en heb dan ook de uitdeling door Erik aan het oudste lid van onze vereniging aanwezig gemist. Een ¾ literfles Blauwe Tram aan Renco Kuperus, zodat die zeker veilig thuis kon komen. Het was al met al een geslaagde en informatieve opening van het tweede deel van dit seizoen. Volgende keer zijn we weer in onze vertrouwde Boerderij. Ik zal jullie weer graag verwelkomen met een maandbierwisselkei bier op tap en een spreker die het gaat hebben over mout. Dit was het weer, tot een volgend keer, jullie uitbater John.
|
|
Terug naar overzicht |
Mouterij The Swaen |
tww oktober 2017 |
Door: Ernst de Moor | |
In oktober komt Jos Haeck, de mouter van mouterij The Swaen, ons vertellen over mouten en hun mouterij. The Swaen is een mouterij in Kloosterzande (Zeeuws Vlaanderen). Zij geven regelmatig open dagen, die moeite van het bezoeken meer dan waard zijn. De mouterij is uit 1906, toen nog onder de Nederlandse naam ‘De Zwaan’. Het was destijds een mouterij en brouwerij. In 1923 ging het geheel over in andere handen en dan vindt de eerste van een reeks modernisaties plaats. Omdat tijdens de Tweede Wereldoorlog de koperen brouwketels werden meegenomen, is men na de oorlog verder gegaan met alleen de mouterij. In de jaren 80 groeit de mouterij zowel in kwaliteit als in capaciteit. Alle brouwerijen in Nederland nemen dan mout af, en het wordt geëxporteerd naar Engeland, België en zelfs Japan. Ze behoren dan tot de top van de Nederlandse mouterijen! In 1988 verkoopt de eigenaar de mouterij aan een Engelse organisatie, maar in 1998 gaat het mis: de mouterij gaat dan failliet. Als in 2008 SABMiller Grolsch overneemt, blijkt men geen belangstelling te hebben voor de mouterij. Daarom wordt de mouterij in 2013 zelfstandig, eigendom van de familie De Groen en Jos Haeck. Familie De Groen is de oorspronkelijke eigenaar van Grolsch. Vanaf 2014 produceert de men in Kloosterzande weer mouten, onder de naam ‘The Swaen’. Daarbij maken ze een belangrijke overstap: in plaats van pilsmout gaat de The Swaen zich richten op speciaalmouten. Ze zien dat daar een groeimarkt is vanwege de belangstelling voor speciaalbier; bovendien zijn ze te klein om te concurreren met de grote pilsmouterijen in België en Duitsland. In 2015 voorziet men de mouterij van de allermodernste technologie voor het maken van speciaalmouten. Hierdoor kan de mouterij het volledige gamma aan speciaalmouten maken. Dat deze aanpak succesvol was blijkt: The Swaen is nu al een wereldspeler op het gebied van speciaalmout. In 2016 zijn Edwin de Redelijkheid, Erik Bakker en ik op bezoek geweest bij The Swaen (zie foto). Ontvangst was in de villa die nog steeds naast de mouterij ligt: het Moutersnest. Deze villa wordt nu gebruikt als ontvangstruimte, maar was oorspronkelijk het woonhuis van Jos Buysrogge en Alois Adriaanse die de brouwerij en mouterij in 1906 oprichtten. Naast het gebruikelijke moutassortiment maakt The Swaen een unieke mout die alleen zij produceren: BlackSwaen Honey Biscuit mout. Volgens hun beschrijving geeft de mout een goed gebalanceerd- smaak en aromaprofiel van droge biscuit, gecombineerd met zoete, moutige honing en een chocoladetoets. Tip 1: Als je een open dag bezoekt en daarbij 25 kg of meer aan mout bestelt, word je lid van de Mash Paddle Club en krijg je een heel mooie roestvrijstalen roerstok! Tip 2: De mouterij heeft een mooi filmpje over het moutproces uitgebracht. Zie: https://player.vimeo.com/video/110469020 |
|
Terug naar overzicht |
Delirium, oktober 2017 |
tww oktober 2017 |
Door: Peter Hompe | |
WeetjesBier is de laatste tijd HOT, dat merken we allemaal. Aan bijvoorbeeld bierreclames, of het bierschap van de plaatselijke supermarkt. Nu is het weer bockbiertijd en dus worden veel bieren die er de laatste tijd een vast plekje veroverd hadden er doodleuk uit gehaald, om vervangen te worden door de inmiddels best wel forse reeks bockbieren die Nederland rijk is. Dus nu eens niet alleen Heineken en Grolsch die het beiden presteren om steevast een veel te zoet bier te brouwen, maar nee... er staan ook bieren van kleinere brouwerijen. Gelukkig wel. Ik was laatst zelfs aanwezig bij een bockbierfestival bij Maallust in het noorden van Drenthe. Daar stonden ook allemaal kleine brouwerijen uit de buurt. Hartstikke leuk. Ik denk dat de grootste daar misschien de Texelse was? |
|
Terug naar overzicht |