Terug naar overzicht | |
Hop in je achtertuin |
tww april 2006 |
Door: Theo van de Voorde | |
Als je zowel van bierbrouwen als van tuinieren houdt, ben je een uitstekende kandidaat om je eigen hop te telen. Hop is een winterharde overblijvende plant en wanneer hij eenmaal is aangeslagen kun je er jaren van oogsten. Als thuisbrouwer beschik je dan zowel over het voordeel van gratis hop als van het feit dat je zelf de kwaliteit ervan kunt controleren. Bovendien worden zowel het aroma als de smaak enigszins beïnvloed door het microklimaat van de streek waarin je woont en dus heeft jouw hop een unieke, eigen identiteit. Deze eigenschappen stellen je in staat om met meer creativiteit je eigen bieren te ontwikkelen en te brouwen. Hoppige doelstellingenDe hop (Humulus lupulus) is een overblijvende klimplant met eenjarige ranken die bloemen voortbrengen die bellen worden genoemd. Deze kegelvormige bloemen bevatten kleine bolletjes lupuline welke weer de zuren, harsen en etherische oliën bevatten die wij als brouwers gebruiken om bitterheid, smaak en het aroma aan ons bier te geven. Dus, onze eerste doelstelling als hopkweker is het oogsten, drogen en daarna snel invriezen van de bellen teneinde de opperste versheid te bewaren. Onze tweede doelstelling is te genieten van het plezier dat je kunt hebben in het opkweken van deze planten. Omdat ze zo snel groeien en zo hoog worden (gemiddeld 6 meter), schenken ze, naast een fraai gezicht, ook veel schaduw gedurende de (snelle) vegetatieve groei die, via breedtegroei en bloeistadium leidt naar het langverwachte rijpen van de bellen en het oogsten daarvan. Anatomie en groeicyclusDe wortelstok of kroon is het overblijvende deel van de plant dat onder de grond groeit. Ieder voorjaar laat de stijgende bodemtemperatuur de jaarlijkse ranken uit de kroon schieten, de aarde doorboren en naar hemel racen. De spiraalvormige structuur van deze scheuten dwingt hun toppen om met de wijzers van de klok mee omhoog te kronkelen, zodat ze ranken worden genoemd in plaats van stengels. De kweker moet dan ook iets maken waarlangs ze omhoog kunnen slingeren. Intussen groeien er onder de grond ook scheuten van de plant af om iets verder bovengronds te komen. Deze uitlopers of loten zijn genetisch gezien klonen van de moederplant. Andere delen van de kroon omvatten vezelachtige voedingswortels en vlezige voorraad- en waterwortels. Tijdens de vegetatieve groei bereiken de hoofdranken meestal een hoogte van zo’n 6 à 7 meter. Vanaf die ranken ontwikkelen zich zijscheuten waaraan, als de condities goed zijn, zich de bellen zullen ontwikkelen. De meeste bellen zullen verschijnen aan de bovenste deel (van de helft tot twee derde) van de ranken. Hop is bestand tegen koude maar heeft tenminste 120 vorstvrije dagen nodig om in bloei te komen en de bellen te laten rijpen. Bovendien heeft hop een relatief lange daglichtperiode nodig om te kunnen overgaan van de vegetatieve fase naar de bloeifase. Deze vereisten beperken de commerciële hopteelt tot een gebied tussen de 35e en de 55e breedtegraad. De benodigde minimum daglengte varieert per ras of variëteit, gemiddelde temperatuur en hoogte. Tegen de tijd dat de zon zijn hoogste stand bereikt zal de plant overschakelen naar de bloeifase, mits die erin zit. (Want als de plant groeit op een breedte waar de langste dag korter is dan de minimum daglengte, benodigd voor de bloei-inductie, zal hij niet bloeien.) Spoedig zullen er kleine bloempjes verschijnen op de zijscheuten van de ranken. De hoeveelheid daarvan is afhankelijk van de hoeveelheid licht die op de zijscheuten valt - nog een reden om hopplanten daar te plaatsen waar ze zoveel mogelijk zonlicht krijgen. Die bloempjes veranderen later in groene hopbellen. Naarmate de plant verder groeit gedurende de zomer worden de bellen rijper totdat ze geschikt zijn om geplukt te worden. Het voordeel van zelf gekweekte hop is dat je, zoals Juan Valdez met zijn koffiebonen doet, de hopbellen gedurende de hele zomer kunt plukken, precies op het moment als ze net rijp zijn. Hierdoor kun je twee tot drie kleine oogsten per seizoen hebben. De commerciële hopbedrijven daarentegen zijn gedwongen om tijdens de oogst, wanneer de meeste bellen rijp zijn, de ranken af te snijden en in de plukmachines te voeren. Met je eigen hop kun je de bellen plukken en de plant gewoon door laten groeien, waardoor het voedsel dat door de foto-synthese in de bladeren wordt gevormd naar de wortels getransporteerd wordt. De wortelstok van een thuisgekweekte hop beëindigt het seizoen daardoor sterker en met een grotere weerstand tegen de winter waardoor hij een betere start in het volgend voorjaar heeft. In de herfst begint de hopplant zich klaar te maken voor de winterslaap. De eenjarige ranken sterven af tot aan de kroon, de bladeren vallen af en de stofwisseling van de kroon zal afnemen naarmate de temperatuur daalt. Dit is de tijd om de plant klaar te maken voor de winter door de ranken af te snijden en de kroon te bedekken met een laag organisch materiaal. De indeling van een hoptuinHou er rekening mee dat de hop zo’n 6 tot 7 meter hoog wordt, dus zoek een voldoende ruime plek waar de hop of in de hoogte of in de breedte kan groeien. De wortelstokken moeten op een afstand van 70 tot 90 cm van elkaar gepoot worden. Zoek een plek uit met het meeste zonlicht, dat zal meestal op het zuiden zijn, en ook enigszins beschut tegen de wind. Harde wind kan de ranken doen breken of beschadigen, in het bijzonder wanneer het koud weer is en de ranken bros zijn. Wanneer je een plan voor de indeling gaat maken, bedenk dan hoe je de bellen wilt gaan plukken. Als je de ranken omhoog laat groeien zul je een ladder nodig hebben of, met een beetje handigheid kun je ook de topdraad losmaken, de ranken neerlaten, dan de bellen plukken en vervolgens de topdraad weer bevestigen. Anders moet je de ranken bij de grond afsnijden en ze omlaag trekken om ze daarna op een daartoe geschikte plaats, bij voorkeur onder het genot van een zelfgebrouwen biertje, te gaan plukken. Doe het horizontaal!Een andere benadering die het plukken veel makkelijker maakt is de horizontale hoptuin. Hierbij wordt de plant voor de eerste 2,5 tot 3 meter langs een draad of een paal omhoog geleid om vervolgens langs een andere, horizontaal gespannen draad nog 3 tot 4 meter verder te groeien. De zijscheuten met de hopbellen eraan hangen dan omlaag zodat de bellen gemakkelijk, staande op de grond of op een krukje, geplukt kunnen worden. De ranken bovenop kunnen dienen als schaduwgever voor bijv. een biertuin, een aangename plaats om te genieten van zowel bier als van de hop. BodemvereistenHop geeft de voorkeur aan een diepe, leemachtige goed gedraineerde bodem met een pH van 6 tot 7,5. Een zoute of slecht gedraineerde bodem is niet geschikt. Om de drainage te verbeteren kun je zand door de bodem mengen en om het zoutgehalte omlaag te brengen kun je proberen de grond diep te irrigeren. De pH kan aangepast worden met kalk of VAM compost als hij te zuur is en met zwavel (zwavelzure ammoniak) als hij te basisch is. Probeer de pH-veranderingen in de herfst te realiseren, want de kalk kan gedurende een maand na de toediening nog de stijgende voedselstroom beïnvloeden. De grond dient zo’n 20 tot 30 procent organisch materiaal te bevatten, zoals bijv. compost of gedroogde koemest. Organisch materiaal speelt een belangrijke rol in het vrijmaken van de bodem-voedingsstoffen ten behoeve van de wortels. VoedingsstoffenHop heeft een erg grote behoefte aan tal van voedingsstoffen. Gelukkig zijn de meeste van deze stoffen - koolstof, waterstof en zuurstof - vrij beschikbaar in de lucht. De volgende belangrijke voedingsstoffen - stikstof, fosfor en kalium, welke vaak vermeld worden op de meeste verpakkingen van kunstmest als “N.P.K” - zijn in de bodem meestal niet in voldoende mate aanwezig. Ik gebruik zelf een organische 8-8-8 meststof in een verhouding van 25 gram per vierkante meter (wat neerkomt op een handvol per plant), één keer vroeg in het voorjaar en nog een keer ongeveer 6 weken later. WaterbehoefteHop is een erg dorstige plant maar hun wortels zullen gaan rotten als ze in het water staan. Daarom is een goede drainage zo belangrijk. Gedurende het begin van de groei is het voldoende om regelmatig een beetje water te geven. Maar als de plant volgroeid is, zal niet regelmatig, maar wel langdurig water geven de ontwikkeling bevorderen van een diep en sterk wortelgestel dat goed bestand is tegen droogte. Ik ben geen voorstander van een automatisch sproeisysteem omdat dit de kans vergroot op de vorming van meeldauw. Dan is een druppel-bevloeiingssysteem dat het water laat druppelen recht boven de kroon van iedere plant een betere optie. Het plantenHop is bestand tegen kou en kan in het voorjaar geplant worden zodra de grond kan worden bewerkt. Hop wordt meestal opgekweekt van wortelstokken die verkrijgbaar zijn van maart tot mei, dus het planten kan gedurende deze tijd plaats vinden. Je kunt ze echter ook later in het seizoen nog planten, zelfs in de herfst, mits je ze kunt krijgen. In het eerste jaar zullen er waarschijnlijk nog geen bellen verschijnen en is voornamelijk bestemd om de kroon en de wortels te laten groeien. Na aankoop dienen de wortelstokken koel vochtig te worden gehouden tot het moment waarop ze geplant worden. Plant er twee bij elkaar op één plek met de houtachtige delen naar boven onder een hoek van 45 graden met elkaar, ongeveer 5 cm onder de aarde. De bovenste knopen zullen de eenjarige ranken worden en de onderste zullen zich tot wortels ontwikkelen. Bedek ze met een leemachtige grond met daarover een laagje strooisel om alles vochtig te houden. Hou het goed onkruidvrij. Plaats er een paaltje bij om de locatie te markeren en om de klimdraden te verankeren. Het opbindenZodra de scheuten een lengte hebben bereikt van 60 cm zoek je twee of drie van de sterkste uit en deze draai je om de klimdraad. Ik gebruik hier meestal een dikke plastic draad voor in plaats van een papieren of een jute draad omdat deze ongevoelig is voor rot als gevolg van vocht. Zorg ervoor dat de draad ruw is omdat de haren van de ranken iets moeten hebben om zich aan vast te houden. Doe het opbinden niet op een koude of een bewolkte dag omdat de ranken dan bros zijn en gemakkelijk breken als je ze teveel buigt. Gebeurt dat toch dan is dat niet zo erg want uit de volgende knoop ontwikkelt zich weer een nieuwe groeipunt Knip de kleine zijscheuten af dan ontwikkelt de overblijvende zich tot de nieuwe groeipunt. Beter is het om te wachten met opbinden tot het warm, zonnig weer is. Op zo’n dag, vooral in de middag, zijn de hopranken plooibaar en is het risico van afbreken gering. Het meest belangrijkste van het hele opbinden is dat je ze met de wijzers van de klok mee (dus rechtsom) om de klimdraad heen moet draaien.
|
|
Terug naar overzicht |