Terug naar overzicht | |
Mythe: Russian Imperial Stout |
tww september 2024 |
Stout is een bierstijl met een lange geschiedenis. Vandaag de dag kennen we dit bier vooral als een donker en vaak gebrand bier, maar oorspronkelijk werd met “stout” alleen het sterkste bier uit het gamma van de brouwerij aangeduid, onafhankelijk van de kleur (en zelfs biersoort). In de loop der jaren verloor stout echter haar associatie met sterk bier, en werden er zoete en laagalcoholische varianten van gemaakt die erg populair waren in het naoorlogse België. Stout is al decennia lang opnieuw aan een flinke opmars bezig, dankzij de smaakvolle, bittere en gebrande bieren die tal van brouwerijen op de markt brengen. Er is echter een deelcategorie die nog een stapje verder gaat: de Imperial Stouts, of Russian Imperial Stouts. Dit zijn de zware kleppers onder de stouts, donker en sterk alcoholisch, heerlijke degustatiebieren en stevige smaakbommen. Maar hoe komt deze biersoort nu eigenlijk aan haar naam? De mytheDe mythe vertelt ons dat Russian Imperial Stout een bier was dat geëxporteerd werd naar het tsarenhof in Rusland, en dat het daarom sterk in alcohol moest zijn om de lange reis vanuit Engeland naar Rusland te overleven en te beletten dat het bier bevroor. Zoals met zoveel romantische biermythes klopt dit niet helemaal, maar is de ware toedracht minstens zo interessant! Wat klopt er welRusland en de Baltische staten waren een belangrijke exportmarkt voor Britse brouwers. Verschillende biersoorten werden naar Rusland geëxporteerd, maar de Londense porter-bieren namen een belangrijke plaats in. Porter mag gerust beschouwd worden als het eerste globale bier te wereld: in 1769 nam kapitein James Cook porter mee op zijn schip naar de Stille Oceaan, in 1788 werd het bier geëxporteerd naar Australië bij de oprichting van de eerste strafkoloniën en het werd in de jaren 1780 reeds verscheept met de East India Company naar Bombay, Madras en Calcutta, lang voor er van India Pale Ale sprake was. Porter was ook populair in de Verenigde Staten, Ierland, Canada, Zuid-Afrika, Nieuw-Zeeland en de Baltische Staten.
Dit waren de zogenaamde Burton ales, vaak erg zoete, donkerbruine bieren die in eigen land minder in de smaak vielen door het hoge alcoholpercentage en de plakkerige zoetigheid, maar erg populair waren in de Baltische staten en van de jaren 1740 tot begin jaren 1820 in massa naar steden zoals Riga, Danzig en Sint Petersburg werden verscheept. De Russische en Baltische regio was voor de brouwers uit de bierregio Burton-on-Trent zelfs hun grootste en belangrijkste markt. Porter (en stout porter) uit Engeland was echter bijzonder populair en genoot een groot aanzien. Het werd in Rusland niet door de arme bevolking gedronken, zoals in Engeland, maar door welgestelde en vaak adellijke mensen. Russische porter-drinkers telden dus heel wat invloedrijke mensen in hun midden, en het gevoel heerste dat het best wel mogelijk was om goed bier te brouwen in Rusland, maar porter hoorde daar niet bij. De Russisch-gebrouwen porter werd beschouwd als minderwaardig ten opzichte van de Britse, omdat men geloofde dat alleen het water uit de Thames kon gebruikt worden om goede porter te maken. De Russische porter had ook niet zo’n beste reputatie: een Engelse schrijver meldde in 1841 dat het “spul dat in Sint Petersburg geproduceerd wordt onder de naam porter niet veel beter is dan het spoelwater van schoensmeer”. Onder druk van de invloedrijke porterliefhebbers werd deze bierstijl vrijgesteld van de hoge importtaks die wel gold voor andere bieren. Het gevolg was dat de export van porter naar Rusland bleef bestaan, daar waar die voor andere bieren compleet stil viel. Het gevolg hiervan was tweevuldig: de brouwerijen uit Burton-on-Trent moesten op zoek naar een nieuwe markt voor hun bier (wat ze ook vonden in de vorm van blond bier naar India toen de East India Company de banden met George Hodgson’s Bow Brewery had verbroken), en voor de Londense porterbrouwerijen was het een stimulans om de Russische markt te blijven behouden. Zij legden zich dan ook extra toe op deze handel met beduidend sterkere en meer kwalitatieve “stout” porters. Vooral de Londense porterbrouwerij Barclay Perkins legde zich toe op de handel naar Rusland en verwierf praktisch het monopolie op de bierexport naar Rusland. Het was de sterkste stout porter van Barclay Perkins die aan het Keizerlijk (Imperial) hof van de Russische Tsaar werd verkocht, en hierdoor werd de stijl stilaan bekend als Russian Imperial Stout. BronZie website; http://obad.be/index.html |
|
Terug naar overzicht |